Stormen in het leven

Overweging van Margot van Veen OP in de viering op de 12e zondag door het jaar, 23 juni 2024.

Lezingen: Job 38, 1 - 11  en Marcus 4, 35 – 5, 1

Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.

Hier vind je andere overwegingen (en hier de overwegingen tot april 2023).

 

Overweging

Er zijn genoeg periodes in ons leven dat we ons in kalm en rustig vaarwater bevinden. Alles gaat z’n gangetje en we doen de dingen die we gewoon zijn te doen. We deinen als het ware mee op de golfslag van ons leven. We gaan mee met de bewegingen die er zijn. Natuurlijk zijn er zorgen, maar we kunnen het hanteren, het is te behappen, en we raken er niet door van slag. Alles kabbelt rustig en niets wijst op de storm die op komst is. Zo ongeveer staan de leerlingen waarschijnlijk in het leven als Jezus zegt: ‘laten we verder gaan naar de overkant.’ Vanuit de boot heeft Jezus de mensen toegesproken. Hij sprak o.a. over het mosterdzaadje, over de groeikracht van het leven. We hoorden het vorige week. Na deze woorden wil Jezus naar de overkant van het meer varen. Vol vertrouwen gaan ze op weg, onwetend van wat hun te wachten staat. En eenmaal op het meer steekt er een hevige storm op. De golven beuken tegen de boot. Zal de boot het houden? Midden in de storm is er geen weg terug en de oever is onbereikbaar. De leerlingen raken in paniek. En Jezus? Hij slaapt. Alles lijkt aan Hem voorbij te gaan. De tegenstelling tussen Jezus en de leerlingen kan eigenlijk niet groter zijn. Deze tegenstelling is ons, denk ik, bekend. Hoe vaak vragen mensen zich niet af waar God is
terwijl alles om hen heen lijkt in te storten? Heb ik iets verkéerds gedaan dat deze storm over me heen komt?
De leerlingen roepen dan ook: Meester, ráákt het u niet dat wij vergaan? En eigenlijk is die roep van de leerlingen zo herkenbaar. Ook wij worden soms, sommigen van ons zelfs dikwijls, getroffen door stormen die ons leven teisteren, en die ons doen twijfelen, omdat we ons in die momenten van tegenslag, van verdriet en ellende door God, door Jezus verlaten voelen. Zodat ook wij misschien roepen: ‘‘God, Kan het u niet schelen dat we vergaan?’ Waarom helpt Gij niet?’ Hoelang moet ik nog om hulp roepen? En het leven kan te keer gaan. Als je kanker blijkt te hebben of je zelf of je partner Alzheimer of Parkinson krijgt, als je huwelijk strandt, als je je baan verliest of het gaat mis met de kinderen, dan stormt het en grijpt angst en machteloosheid je bij de keel. Je voelt hoe je bijna kopje ondergaat van wanhoop.
En ons hart breekt als we de stormachtige verhalen horen en beelden zien van
bijvoorbeeld Gaza, Jemen, Sudan, Oekraïne. Voorbeelden te over, van mensen ver weg en dichtbij, al dat verdriet brengt ons vertrouwen voortdurend aan het wankelen, en machteloos roepen wij: ‘Ziet u dan niet dat ik verga’?Het is bij Job niet anders. Job raakte het vertrouwen kwijt in het leven, in God, in gerechtigheid, toen hij alles verloor wat een mens maar kwijt kan raken: gezondheid, werk, rijkdom, de erkenning en waardering van mensen. Ja, zelfs al zijn kinderen zijn hem afgenomen. Job raakte in een diepe crisis en verzuchtte: dit is toch niet eerlijk!! Dit heb ik niet verdiend! Dan spreekt God tot Job en toont hem de grootsheid van de schepping. Vanuit de storm zegt God tot Job:
‘En wie sloot de zee af met een deur, toen ze uit de schoot van de aarde brak? Ik hulde haar in een gewaad van wolken en omwond haar met donkere nevels. Ik legde haar mijn grenzen op en sloot haar af met deur en grendelbalk, en zei: “Tot hiertoe en niet verder, dit is de grens die ik je trotse golven stel.”
Op dezelfde wijze stelt God grenzen aan wat wij kunnen dragen. Hoe groot is óns
vertrouwen dat God bij ons is en ons behoedt? Juist in de stormen die er zijn? Angst verlamt. Niet voor niets zegt Jezus tegen zijn leerlingen: ‘wat zijn jullie toch angsthazen! Hebben jullie dan nog geen vertrouwen?’ Waarom ben je zo bang? Jezus zegt: Houd moed. Houd je vertrouwen vast. Vertrouw op het leven dat ook in jou is! Ik vergeet je niet. Ik heb je gezien, gehoord. Elke storm waarin we terecht komen verandert ons. Het bijzondere, vind ik, dat juist de stormen in ons leven ons dwingen tot het stellen van nieuwe vragen en het zoeken naar nieuwe antwoorden. En dat we onszelf opnieuw moeten uitvinden. Het is ín de storm dat we leren hoe sterk of hoe zwak we zijn en hoe groot of klein ons vertrouwen is.

In de storm schuilt een nieuw begin en klinkt een stem die zegt: ‘Kom, laten we
oversteken en Ik, Ik ga met je mee.’Leven vanuit vertrouwen vraagt nogal wat.
Vertrouwen is misschien wel het vermogen om met lege handen te staan. Of, zoals de Dominicaan Meester Eckhart het in de middeleeuwen zo mooi onder woorden bracht: om de fundamentele ‘ongrond’ van het bestaan – namelijk dat je het leven nooit helemaal in de hand kunt hebben – tot je grond te laten zijn. Vertrouwen vraagt om een keuze in jezelf. Een besluit als het ware. Als het erop aankomt huis er in ons meer veerkracht, dan we denken. Hebben we de moed om in onszelf een beweging te maken? Kunnen we ons toch toevertrouwen aan God? Aan het leven?

Leven met vertrouwen is wat anders dan altijd opgetogen zijn. Vaak is het vooral: het uithouden met jezelf en met elkaar, ook als je veel ziet misgaan. In beweging komen ondanks alles wat verdrietig maakt, of verlamt. Je ziel niet laten verbitteren, maar het goede in elkaar behoeden. Onze teleurstellingen niet koesteren, maar het uithouden in geduld, ook het onbegrijpelijke van God. ‘Als men blijft geloven, kan de zwaarste steen niet zinken’, zingt Herman van Veen. Dat lijkt op wat Jezus zegt: als je vertrouwen hebt wordt het ondenkbare mogelijk.

Op de plekken waar ik werk, en ook in deze geloofsgemeenschap, zie ik daar mooie
voorbeelden van.
Het gaat niet om het grote, juist in het kleine schuilt kracht. In kleine daden van liefde. In momenten van hoop. In mensen die van je houden, je steun geven. In het om hulp roepen, en delen waar het pijn doet en schuurt. In het kleine kan grote draagkracht ontstaan.
Vertrouwen gaat over alles of niets, ten onder gaan aan je eigen zekerheden, tot
stilstand komen en opnieuw je hartslag op het spoor komen, die ons zegt dat het leven ons gegeven wordt en dat het veilig is in Gods barmhartigheid. De Barmhartige die zegt:
Ik zal er zijn voor jou.


Moge het zo zijn. Amen.