Aan tafel

Overweging van Corinne van Nistelrooij OP op Sacramentsdag, 22 juni 2025

Eerste lezing: 1 Joh 4, 7 - 13

Evangelie: Lucas 9, 10b – 17

Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.

Hier vind je alle overwegingen.

 

Overweging

Ik vraag u om uw eigen huis voor de geest te halen. Wat voor tafel heeft u thuis? Hoe ziet de tafel er uit waar u dagelijks aan eet? Waar u samen met familie of vrienden plaatsneemt om een kop koffie te drinken, een spelletje te spelen, iets te lezen, een gesprek te voeren. Wat is er eigenlijk aan die tafel allemaal gebeurd? Met wie heeft u in het verleden aan die tafel gezeten? Misschien zijn er lege plekken gevallen, misschien zijn er nieuwe mensen bij gekomen, misschien bidt u dagelijks aan die tafel of heeft u er in woede wel eens hard met de vuist op geslagen. Die tafel, die keer op wordt gedekt, waar je soms alleen zit, soms met meerderen, waar verhalen worden gedeeld, waar je elkaar opmerkzaam aankijkt. Zo’n tafel, dát is eigenlijk de plek waar het in het evangelie over gaat.
Dat oude vissersdorp Betsaïda dat wordt genoemd in de lezing, dat  was het dorp waar Jezus zich terugtrok, maar waar Hij ook mensen ontving en met hen sprak over het koninkrijk van God, waar Hij mensen genas die genezing nodig hadden. Op zo’n plek ligt God voor het oprapen, daar waait de Geest van zorgzaamheid, van gevoed worden. Daar mogen we met lege handen ontvangen wat er is, wat zich aandient. En ja, dat blijkt veel meer dan we dachten. We dachten dat we maar 5 broden en 2 vissen in huis hadden, maar we blijken 12 manden vol brood te hebben. Die overvloed, waar komt die plots vandaan?

Mijn moeder dacht op verjaardagen en familiefeesten vroeger altijd dat ze te weinig in huis had. Boodschappen werden royaal ingeslagen want ja, je wilt niet te weinig in huis hebben voor je gasten. Maar ze vergat dat de gasten daar helemaal niet voor kwamen. Net als de mensen, die vijfduizend mensen die naar Jezus kwamen, ook zij kwamen niet voor brood of vis. Maar zij kwamen wel om iets om op te kauwen, zij kwamen om inspiratie, net als u hier vandaag.

Als eerste wil ik het met u hebben over een gebed dat vaak aan tafel wordt gebeden en dan in het bijzonder over één zin in het Onze Vader, die zin over brood: Geef ons heden ons dagelijks brood.
Met deze zes woordjes vragen we de Eeuwige om er voor te zorgen dat we iets op ons bord krijgen. Maar geef toe, het is gemakkelijk bidden als we net bij de Albert Heijn geweest zijn en de tafel vol staat met lekkers. Maar de eerste woorden van deze zin zijn: ‘Geef ons’. Dus niet: laten we pakken en nemen. We hebben namelijk niets te pakken. Het is zaak dat we ons realiseren dat het ons gegeven wordt. Ja, het eten staat voor ons klaar, we hebben het zelf gekocht en bereid

en tóch is het niet vanzelfsprekend dat het er is. En dat ‘ons’ in die zin? “Geef ons”…Wie zijn dat eigenlijk? Hoe groot is de mensenmenigte die gevoed moet worden? Gunnen wij anderen ook hun dagelijks eten? En dan niet alleen gisteren of morgen, maar ‘heden’.
Geef ons heden ons dagelijks brood.

Honger is allesomvattend, is een signaal dat je lichaam geeft om te overleven. Honger kent geen geduld. Honger zou niet mogen voorkomen in onze wereld waar zoveel rijkdom is.
Hier in Zwolle is een mooi voorbeeld, misschien heeft u er van gehoord. Er is een broodhuisje!
Als je vanaf de Turfmarkt richting stad gaat, richting Groot Wezenland, kom je bij de brug langs een brugwachtershuisje. Elke donderdagmiddag tussen 2 en 4 uur worden daar door de Oosterkerk boodschappen uitgedeeld. Mensen die houdbare producten willen delen, kunnen het brengen. Mensen die wat nodig hebben kunnen het gratis meenemen. Broodhuis, het is een plek van delen. Het is genoemd naar de Bijbelse geboortegrond van Jezus van Nazareth; Bethlehem. In het Hebreeuws betekent Bethlehem: huis van brood. Beit lechem.

Het gaat bij het broodhuis hier in Zwolle vooral om zorgzaamheid voor elkaar, zoals Jezus deed. Hij gaf brood en vis aan de mensen. En in de eucharistie geeft Hij zich tot op de dag van vandaag in brood en wijn aan ons. Als wij ter communie gaan doen we dat misschien wel achteloos. Velen van u hier, zijn al honderden, misschien wel duizenden keren ter communie gegaan. Het hoort er immers ook bij. Maar met dat wij het brood eten en een beetje wijn tot ons nemen antwoorden wij positief op Gods uitnodiging om ons leven, in alle weerbarstigheid, te leven zoals Jezus deed. En dat is geen eenrichtingsverkeer. God en mens komen elkaar dan tegemoet. Raken elkaar aan, zou je kunnen zeggen. We worden één.

‘Kom aan tafel’, zegt Jezus. Maak mijn droom tot een deel van jezelf en heb elkaar lief. Dan blijft God in ons en wordt Zijn liefde werkelijkheid, zoals staat in de eerste lezing. Eucharistie vieren in de kerk is een moment waar het leven zich geconcentreerd, versterkt laat zien. Het neemt voor een moment de vreugde en verdriet, de hoop én de zorgen van mensen in zich op.
Maar ná het samen delen van brood en wijn hier volgt de alledaagsheid van het gewone leven, en bevinden we ons straks weer aan die tafel thuis. Dan roepen het werk en de verplichtingen en de realiteit lijkt nog precies zoals er voor.  En toch, tóch is er iets veranderd! En dat is meer dan woorden kunnen zeggen. En dat hoeft ook niet denk ik. Immers, wie weet een wonder uit te leggen? Maar ik wel denk dat het zo is: als je straks thuisgekomen draag je een wónder met je mee…