Eindeloos geborgen bij God

Overweging van Jan Groot in de viering op Allerzielen, 2 november 2023.

Lezingen: Job 19,23-27a en Johannes 14,1-6

Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.

Hier vind je andere overwegingen (en hier de overwegingen tot april 2023).

 

Verkondiging

Wat zijn namen toch belangrijk.
Ons samen leven met elkaar kan absoluut niet zónder.
Of je een naam mag hebben, bij name gekend bent,
Is heel wezenlijk.
En als iemand van ons sterft, geldt dat eens te meer.
Ik moet denken aan de slachtoffers van de vliegramp
met de MH17, op 17 juli 2014.
Alle 298 namen staan op het monument in Vijfhuizen,
omringd door een herinneringsbos met evenzovele bomen.
Zo blijven ze tot ons spreken.
Namen bewaren en blijven noemen,
het gebeurt op tal van herinneringsplekken, groot en klein,
overal op de wereld.

Wij noemen hier vanavond de namen van onze gestorvenen,
hardop of in stilte, en dat is een kostbaar gebeuren.
Bij de namen horen onze herinneringen.
Bijzonder woord is dat: her-ínneren:
dat de nagedachtenis, onze band met iemand,
onze liefde voor hem of haar, meer en meer iets innerlijks worden,
meer en meer indaalt in je ziel.
Zo blijft iemand op een nieuwe manier voor ons leven,
en dat kan ons, bij alle verdriet, werkelijk goed doen.
Iemand zei vandaag:

            ‘Gaandeweg in deze maanden
             zijn mijn herinneringen veranderd;
             de moeilijke laatste jaren raken op de achtergrond;
            ik zie mijn moeder steeds meer
            zoals ze in haar gewone, goede jaren was,
            op kleine momenten van alledaagse tederheid.’

Ik weet het, soms gaat het niet zo,
en is er nog teveel oud zeer dat in de weg zit;
maar ik mag hopen
dat er op den duur in je ziel iets van nieuw ‘inneren’ komt,
uitgezuiverd, met meer dankbaarheid en warmte.
Dat hoort ook bij Allerzielen.
Wij bídden voor onze doden,
en daarmee ook voor onszelf,
en zeggen: ‘Hun nagedachtenis zij ons tot zegen!’

Die hartenwens berust
op een diepe levens- en geloofsovertuiging, en die luidt:
het leven is sterker dan de dood!
Dat spreekt uit de Bijbellezingen van deze viering.
In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen, zegt Jezus.
Of kijk maar naar eerste lezing, het getuigenis van Job.
Hij is een geteisterd mens, moet klap op klap verduren.
Maar Job blijft geestelijk overeind. We hoorden het.
Hij wil met grote letters opgeschreven zien
wat hem gaande houdt.
Hij wil het zelfs voor altijd in een rotst gebeiteld hebben:
‘God lééft, ….  zo geteisterd als ik ben zal ik God zien,
met eigen ogen zal ik Hem zien’.

Hoe gaat het met óns, de achterblijvers, verder?
We zeggen soms:
de herinnering blijft, maar het leven gaat door.
‘Life goes on!’
Zo gaat dat nu eenmaal, het leven gaat door.
Maar dat is nou precies de kern van ons geloof:
het leven gaat door!
Herinnering en voortleven, ze horen bij elkaar voor ons.
Liefde en compassie,
ja alles waar een mens werkelijk van leeft,
ze zijn oersterk, sterker dan de dood.
Het heeft uiteindelijk met liefde te maken.
De liefdesband met onze doden blijft;
ze verandert door de dood, maar ze blijft.
Ja, het leven gaat door!
De dichteres Ida Gerhardt zegt het zo:

            ‘Er is een weten van elkaar
           
dat tijd en ruimte overwint’.

 

Wij mensen, zegt het christelijk geloof,
komen, als onze aardse reis afgelopen is,
in persoon thuis bij God,
in een weldadig, liefdevol geheim van rust,
in het volste Licht.
Ik kan je dat niet bewijzen, niet zeggen ‘waar en hoe’,
natuurlijk niet, het gaat tijd en ruimte,
het gaat alle menselijks te boven.
Ik geloof vast dat onze gestorvenen thuiskomen,
eindeloos geborgen
in het grote, Eeuwige Licht van God.