Overweging van Rene Dinklo OP, zondag 24 aug 2025.
Eerste lezing: Uit het boek Jesaja 66, 18 - 20
Evangelie: In de woorden van Lucas 13, 22 – 30
Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.
Hier vind je alle overwegingen.
Verkondiging
‘Zijn het er maar weinigen die gered worden?’ Het is een wat merkwaardige vraag. Het veronderstelt eigenlijk dat velen niet gered worden. En gered worden waarvan?
De eerste lezing lijkt ons te zeggen dat het gaat om velen. Een zgn. universeel perspectief wordt ons geboden. Het gaat niet alleen om het uitverkoren Joodse volk, maar om alle volkeren. En priesters en levieten worden gekozen uit al die volkeren, dus niet alleen vanuit het Joodse volk.
Maar zoals zo vaak in de bijbel liggen schijnbare tegenstellingen op de loer. Tegenstellingen die in de diepere geloofslagen met elkaar verbonden worden.
In de eerste lezing gaat het wat heen en weer. De Heer oordeelt en de Heer troost. Hij straft de overtreders voor hun kwaad en Hij geeft toekomst. Dit geldt zowel voor het Joodse volk als voor de andere volkeren. En dan is er de dubbele beweging: er is een beweging naar Jeruzalem toe, maar er is ook sprake van uitzending, van missie.
Ten slotte spreekt de profeet over het aanbieden van offers. En hier is Jesaja eerder duidelijk over geweest. Het gaat niet om de precieze uitvoering van een offer, het gaat zelfs niet alleen om de juiste intentie bij het offeren, maar om de combinatie van het offeren met het doen van sociale gerechtigheid. Een zuivere manier van offeren kan niet zonder sociale gerechtigheid.
Dan die vraag van een onbekend persoon aan Jezus: ‘Zijn het er maar weinigen die gered worden?’
Het is een vraag van een functioneel ingesteld persoon, die wil weten hoe het zit, die van Jezus het liefst een percentage zou willen horen. Maar Jezus gaat niet in op deze vraag. Hij legt de vraag terug bij de vragensteller. Het gaat erom wat jezelf doet om de deur binnen te komen.
Wat is dat toch, dat beeld van een deur?
Door de geschiedenis heen zien we mensen, die het gevoel hadden dat hun leven een deur was, dat wil zeggen een passage tussen waar je vandaan komt en waar je naar toe gaat. Janus, de Romeinse god van de deuren, heeft twee gezichten, één om naar de toekomst en één om naar het verleden te kijken. De naamgeving van onze eerste maand in het jaar, januari, verwijst hiernaar.
En in het bijbelboek Genesis is de deur de passage van de aarde naar de hemel of hier in het evangelieverhaal meer specifiek de passage naar het eeuwige gelukzalige leven.
Wie heeft toegang tot die deur naar dat eeuwige gelukzalige leven?
In ieder geval worden er geen vrijkaartjes uitgegeven. Al heb je samen met Jezus gegeten en gedronken of onderricht ontvangen, het is niet genoeg.
Met andere woorden: het Jood-zijn, het katholiek-zijn, het dominicaan-zijn op zich geeft je geen toegang tot die deur. Zelfs niet als je al 65 jaar dominicaan bent…
Wat wel?
Nu we met het Lucas-evangelie bezig zijn, denk ik automatisch ook aan het verhaal van de verloren zoon. De ene zoon die zijn erfenis al opeist, wegtrekt en geniet van het leven, die belandt in de goot. Hij komt hierdoor tot een omkering. Hij keert terug naar zijn vader, ook al zou het maar gewoon zijn als arbeider. En zijn vader onthaalt hem als de teruggekomen zoon en is verheugd.
De andere zoon bleef altijd thuis. Hij deed wat van hem verlangd werd, maar hij maakte nooit een echte innerlijke keuze.
Voor de verloren zoon ging de deur open en hij ging naar binnen, voor de andere zoon stond de deur altijd al open, maar hij zag het niet.
Toch is dit niet het hele antwoord. Het gaat niet alleen om de innerlijke omkering, maar ook hoe jij je leven vormgeeft na die innerlijke omkering. Hier hoort bij dat je doet aan gerechtigheid. Jezus laat niet voor niets de huisvader zeggen: ‘Gaat weg van Mij, gij allen die ongerechtigheid bedrijft.’
Hiermee is Jezus antwoord in lijn met de traditie van Jesaja zoals ik die zojuist geschetst heb.
En nu terug naar de werkelijkheid van ons eigen leven.
Ons eigen leven is geen model-leven, het is een voortdurend heen en weer gaan. Het leven vanuit goede intenties, van het helpen van elkaar en ons falen daarin.
De vraag: ‘Zijn het er maar weinigen die gered worden?’ legt Jezus op ons terug. Wat is onze eigen levenskoers?
Als we de koers die Jezus heeft uitgezet willen volgen, dan blijkt in de praktijk dat we ons vele malen moeten omkeren, bekeren. Het leven is nu eenmaal weerbarstig. En we hebben de neiging om eerder ons eigen belang voorop te stellen, dan ons maximaal in te zetten voor sociale gerechtigheid in onze eigen omgeving. Het vraagt om een voortdurende bijstelling.
Mogen wij met elkaar en Gods hulp de goede koers blijven volgen tot heil van onze wereld en opdat we niet zelf voor een gesloten deur terechtkomen.