De kracht van het gebed

Overweging van Jozef Essing OP, zondag 19 oktober 2025.

Eerste lezing: Exodus 17, 8-13
Evangelie:      Lucas 18. 1-8

Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.
Hier vind je alle overwegingen.

Overweging

Geliefde broeders en zusters, even terug naar dat tafereel in de eerste lezing:
Mozes biddend op de berg terwijl zijn volk strijdt, zijn armen omhoog geheven
en, als die moe worden, ondersteund door twee trouwe metgezellen.
Wat een krachtig beeld van samen bidden, van gemeenschapsgebed.
Zou ons samenzijn hier ook niet zoiets zijn:
elkaar ondersteunen om ons vertrouwen in God overeind te houden
om te blijven bidden dat het goede het kwaad in de wereld overwint
Die onderlinge ondersteuning hebben we hard nodig.
Niet alleen lijkt vrede verder dan ooit, maar ook zijn geloof en gebed uit de gratie.
We leven in een cultuur die weinig opheeft met Godsvertrouwen
omdat ze gelooft dat wij mensen het allemaal zelf kunnen en moeten.

Is dat zo, dat wij het zelf kunnen?
Ik zie voor me een hoog ontwikkelde denker, peinzend als Le Penseur van Rodin
– het beeld komt uit een kort filmpje, zestig jaar geleden maar hyperactueel.
Hij zit voor een elektronisch brein dat er uitziet als een groot doorzichtig hoofd.
Deze denker voert allerlei technische vraagstukken in.
Neem bijvoorbeeld voedselproductie
- en zie: het scherm toont velden overdekt met veredelde gewassen;
volle schappen groenten, fruit en broden op de markt en in de winkel.
Vervolgens legt hij voor: communicatiemedia en verkeersverbindingen
- en daar komen vernuftig ontworpen verkeerspleinen langs, een web van vliegverbindingen over
heel de wereld, de nieuwste modellen TV en telefoon.
Hij voert in: medische zorg voor het leven
- en ziedaar een overdaad aan medicijnen en medische technieken,
die levens redden of verlengen -.
De denker toont zich uiterst tevreden; hij knikt het brein opgetogen toe.
Parallel aan de technische kant van die vraagstukken voert hij het probleem in
van de menselijke bijdrage aan voeding, communicatie, levenskansen
- de bereidheid van mensen voor elkaar.
Zo typt hij in: voedselverdeling, honger de wereld uit,
- en o jee: naast rijken in weelde toont het scherm kinderen stervend van honger;
de computer gaat haperen en valt uiteindelijk stil.
Dan probeert hij: communicatie van mens tot mens, de weg naar het hart
- beelden en geluiden van ruzie en oorlog dringen zich op en drukken andere weg;
het elektronisch hoofd loopt rood aan; hij moet het apparaat uitzetten.
Tenslotte voert hij in: elkaar laten leven, de ander het leven gunnen
- het wordt één weerlicht van exploderende vuurballen en instortende gebouwen;
het robotbrein kan het niet meer aan; in een flits ontploft het.

Verslagen zit de denker naast het rokende karkas.
Al zijn technisch vernuft is niet in staat
vrede, onderling begrip, menswaardig leven voor allen dichterbij te brengen

Nooit is ons technisch kunnen zo groot geweest,
nooit zoveel inzicht hoe we de grote problemen kunnen oplossen.
En tegelijk voelen we sterker dan jaren geleden de dreiging van geweld.
Het is of onze geest gehackt is, of een uiterst schadelijk virus is binnengeslopen.
We hebben een antivirus nodig, in het evangelie de Geest genoemd die God geeft
“Zal God niet de Geest geven, wie erom vragen”, zegt onze Heer.
Horen we goed: Hij belooft niet dat wij krijgen wat ons hart maar begeert;
wij mogen niet direct rekenen op lastenvermindering,
- zolang niet de Heer in glans is weergekeerd, blijft deze wereld vol mankementen.
Maar wel zegt Hij, zo beslist als maar kan, vermeerdering van draagkracht toe:
de moed om het aan te gaan en het vol te houden, de lange Adem van God zelf.
God is er eerder op uit de mensen zelf te veranderen dan de omstandigheden:
dat wij mensen worden die elkaar door hindernissen heen blijven zoeken.
Laten wij geloven in de kracht van die geest, ook in die bekende oorlogsgebieden.
In de ergste gruwelen kunnen mensen soms de ‘bijstand/parakleet’ ervaren,
die de kracht geeft om elkaar overeind te houden en te blijven hopen;
een teken dat ‘er meer is tussen hemel en aarde’.

Maar waarom bidden en smeken als God het direct kan geven?
Wil hij dat we God blijven bestoken met hulpgeroep, zoals die weduwe i/h evangelie?
Nee, het gaat niet om doordrammen, net zolang tot Hij het geeft.
God weet wat we nodig hebben en wil het ons geven,
al lang voordat wij erom vragen.
Tegen Mozes zei Hij al:
“Ik heb gezien, ik heb gehoord, het is bij mij binnengekomen: jullie ellende
ik daal af” – alsof Hij zegt: ik kan niet langer stil blijven zitten op mijn troon
God is een en al ontferming – op zijn Hebreeuws: Hij voelt het tot in zijn ingewand.

Maar Hij wil wel dat wij ons ervoor openen, dat wij een draai maken:
namelijk beseffen dat wij niet zelf ons uit de modder omhoog kunnen trekken.
Niet dat Hij ons kleiner wil maken; Hij wil dat wij groeien in ontvankelijkheid.
Meester Eckhart heeft eens gezegd dat wij het verlangen moeten loslaten
om het goede te doen als mijn prestatie.
Als je probeert je uiterste best te doen zou je God voor de voeten kunnen lopen.
Je moet God de kans geven door jou het goede te doen.
Daarvoor is een bekering nodig, elke dag opnieuw - en daar draait het gebed om - :
het verlangen loslaten naar ‘kijk mij eens mijn best doen’
en net als Mozes de armen omhoog heffen, reiken naar ‘meer dan onszelf’
je openen voor een ruimte die groter is dan het menselijk bereik
voor een Aandacht en Bewogenheid die ons kunnen overtreft.

Is bidden dan ‘niets doen’. Dat lijkt maar zo, als je kijkt naar de buitenkant.
Bidden is: mijn dwingende ideeën over hoe het moet eruit ademen – niet mijn wil … --
en in de leegte die ontstaat letten op signalen van buiten en wat in jezelf opkomt,
en dat in je binnenste op je in laten werken, het overwegen in je hart.
Bidden is niet zitten suffen maar alert ter plekke zijn – waakt en bidt : die combi.
“Waar is God?”, vroegen leerlingen aan hun rabbi?
“Waar je Hem toelaat!”, was het antwoord. En dat is juist de kracht van het gebed.
De Geestkracht die van God komt en ons gelovig vertrouwen:
ze kunnen niet zonder elkaar, ze trekken elkaar aan.
Je kunt het nog anders zeggen, in de trant van de Maria-maand oktober:
Om Jezus’ kracht te ontvangen en in je te laten groeien moet je worden als Maria
- een en al ontvankelijkheid: “Laat het door mij gebeuren zoals U het wilt