Zuiver je hart

Overweging van Josephine van Pampus tijdens de 22e zondag van het jaar, startzondag, 25 augustus 2024.

Lezingen: Deuteronomium 4,1-2.6-8 en Marcus 7,1-8.14-15.21-23

Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.

Hier vind je andere overwegingen (en hier de overwegingen tot april 2023).

Overweging

Huichelaars!

Een uiterst scherp oordeel van Jezus aan het adres van Farizeeën en Schriftgeleerden. De gelovige leiders worden zo ongeveer neergezet als de taliban van Jeruzalem met hun tradities en voorschriften. Waar gaat het mis? Waar ontspoort het met hen, zij, die wel degelijk met de woorden van Mozes willen leven? Die spreken, leren en handelen met diepe aandacht voor de Joodse leefwereld en geboden – en in feite hetzelfde nastreven waar het Jezus ook om te doen is: reinheid om je met de Eeuwige te kunnen verbinden. Om zuiver te worden, open en ontvankelijk.

Traditie – las ik ergens – traditie is niet het bewaren van as, maar het doorgeven van vuur.
Maar, denk ik wel eens bij mezelf: als het vuur er uit is, is het doorgeven van as dan waardeloos in de hoop dat het ooit weer vuur mag worden?

Met deze lezing van vandaag wordt Jezus nog wel eens voor het karretje gespannen van de vernieuwers binnen de kerk. "Zie je wel? - zegt men dan - ook Jezus vond de rituelen en traditie niet zo belangrijk. En dus kunnen we ze rustig over boord gooien". Totdat je merkt dat je met het badwater ook het kind de gootsteen door hebt gespoeld.

We kúnnen simpelweg niet zonder rituelen, zonder traditie in ons geloof. Wanneer we genaderd zijn tot het punt waarop woorden niet meer toereikend zijn, dan zijn het juist die dingen als traditie, ritueel of  symbool die een diepste menselijke ervaring nog kunnen vertolken. Woordeloze tekenen, die ook mensen vóór ons hebben gehanteerd wanneer zij in dezelfde omstandigheden waren als wij nu.

Soms lijken ze as te zijn geworden. Worden ze niet meer verstaan door mensen van deze tijd. En zo zou je kunnen denken dat het om die reden is dat Jezus zo scherp is tegen de Schriftgeleerden en Farizeeën. Maar riten en symbolen zijn geen dingen op zich, een soort hocus pocus. Ze zijn tekenen van geloof. En als dat niet meer het geval is, dan wordt het pure magie. Dan wordt het een façade. De kracht van het ritueel roept verbinding op – over alles heen. Maar het geloof is wat het vuur van het ritueel gaande houdt.

Er zijn rituelen binnen de katholieke kerk waar ik wel eens mijn wenkbrauwen bij optrek, maar elke keer weer, wanneer ik bij een uitvaart een overledene mag bewieroken realiseer ik me tot diep in mijn ziel dat er meer gebeurt dan hetgeen ik daar sta te doen. Een oeroud ritueel, dat tallozen vóór mij hebben gedaan, en ik in dat spoor al honderden keren heb gemaakt. Maar nooit zal het "gewoon" worden, geen enkele keer. En ik heb me dikwijls afgevraagd hoe dat komt. Het is denk ik de traditie, eeuwenoud, die mij en iedereen die erbij aanwezig is, draagt. Om uitdrukking te geven aan wat gewoon niet te zeggen valt. Dat je een mens eert, maar tevens als de rook opdraagt tot voor Gods aanschijn. En op het moment dat ik dit zeg, voel ik al hoe arm dat klinkt - omdat het de ervaring niet kan vertellen.

Traditie is een groot goed. Het geeft houvast en vertrouwen.
Waar tradities helpen om te komen tot het verbond en het Woord van God, zijn ze prima.

Maar als religieuze traditie mensonterend wordt, onderdrukt en creativiteit doodt, waar ze enkel uit is op burgermansfatsoen, betutteling, uiterlijkheden en schone schijn waar het echte hart uit is; heb dan alsjeblieft het lef om dat stuk traditie overboord te zetten en nieuwe wegen te gaan.

Precies op dat scherpst van de snede staat de kerk.

Traditie, rituelen binnen onze kerk - ze zijn er om ons geloofsleven te versterken, te verdiepen, en ons in verbinding te brengen met de Eeuwige. Jezus heeft nergens de traditie of de wegwijzers, de geboden, afgezworen. Maar hij wilde er wel iets mee: Hij wilde er zelf in binnendringen als het ware. Ze moesten iets van Hèm worden - zoals ze ook van ons zouden kunnen worden. Hij wilde binnendringen in de oeropzet van God. Daar ging het Hem om. Om zó mensen weer bij God te brengen.

Waarom gedragen uw leerlingen zich niet naar de traditie van de oudsten, maar eten zij brood met onreine handen? Dat was de vraag.

Omdat, zegt Jezus, het daar uiteindelijk helemaal niet om gaat.

Het gaat niet om buitenkant. Wat je ook aan regels opstelt, het zal je binnenkant niet anders maken. Wat je ook van buitenaf probeert rein te maken, het zal je binnenkant niet schoner of minder schoon maken. Niet reiner of minder rein. Niet beter of slechter.

Binnenin je, in je hart, dáár zit het. Daar moet je aan je grote schoonmaak. Het hart, het Bijbelse hart, is niet alleen de plaats van gevoelens, maar ook de zetel van overdenkingen. In het hart worden plannen gemaakt en besluiten genomen. De kwaliteit van het hart is een smeltkroes van goede en kwade gedachten. En dat hart, zegt Jezus, moet je tegen het licht houden. Aan het licht brengen, zodat het kan verlichten in deze wereld.

Wat zit daar wat je relatie met God tegenhoudt? Wat zit daar wat die relatie juist open maakt? Wat houdt je tegen om het goede te doen? Wat beweegt je om het goede wél te doen? Laat je niet lamslaan door alle slechte dingen die Jezus benoemt – want óók het goede, dat zit daar in je hart, in je ziel.

De binnenkant, de gezindheid van waaruit, díe moet de doorslag geven. Alle formele regels waar het hart uit is, die koud zijn en voorbij gaan aan de mens waar het uiteindelijk om gaat, gooi die overboord. Maar bewaar wat ertoe doet - wat jou verder brengt, wat een ander verder brengt, wat ons samen verder brengt naar de Eeuwige toe. Moge wij in die zin dan ook deze dag vieren, als een traditie die ons voert tot voor het aangezicht van Hem.

Amen.