Zien, soms even

Op de dag van Pasen overleed Huub Oosterhuis.

Generaties zijn gelovig groot geworden met zijn gebeden, gedichten en teksten van liederen. Wat ooit begon in de studentenekklesia in Amsterdam groeide uit tot een stroom van levend water, een verlangen van mensen naar eigen woorden en beelden van het oeroude verhaal dat ons gegeven is.

Oosterhuis nam mensen mee in een zoektocht naar de Eeuwige, die voor hem steeds naamlozer werd. De dwingende God van Moria maakte plaats voor de God van Liefde. De woorden van Augustinus: ‘Veel te laat heb ik U liefgekregen, schoonheid wat ben je oud, wat ben je nieuw’ zetten hem op een spoor van een zoeken, vrede en harmonie.

Is het dát, wat mensen zo herkennen? Waar mensen zelfs naar hunkeren: even zien, soms, even. Tasten aan het onraakbare, 'Groter dan ons hart', maar ook de wanhoop die spreekt uit een lied als ‘Die zegt God te zijn, laat hij tevoorschijn komen’? Componisten, met name Bernard Huijbers, Antoine Oomen en Tom Löwenthal, wisten zijn woorden met muziek nog meer kracht te geven. Wie zingt ‘Die mij droeg op adelaarsvleugels’ zonder tranen?

Op de dag van Pasen klonk in talloze andere kerken en bij ons zijn misschien wel bekendste lied: De Steppe zal bloeien. Een lied van geloof, hoop en liefde dat jarenlang symbool werd voor een verlangen naar vernieuwing, gerechtigheid en dialoog bij de 8 mei-beweging. Voor zoveel anderen, maar nu ook voor Huub:

Dode, dode, sta op,
Het licht van de morgen.
Een hand zal ons wenken,
Een stem zal ons roepen:
Ik open hemel en aarde en afgrond
En wij zullen horen.
En wij zullen opstaan
En lachen en juichen en leven.

Dat de Eeuwige zich over hem mag ontfermen.
Dat zijn geliefde Colette, en zijn kinderen Tjeerd en Trijntje kracht krijgen om te dragen.
Dat zijn testament mag blijven klinken.

 

Josephine van Pampus

 

* Zien, soms even is de titel van een bundel van Huub Oosterhuis uit 1972, met de subtitel fragmenten over God.