Vertrouwen

Overweging van René Dinklo OP op de 32e zondag door het jaar, 10 nov 2024.

Lezingen: 1 Koningen 17, 7 -16 en Marcus 12, 38 – 44

Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.

Hier vind je andere overwegingen (en hier de overwegingen tot april 2023).

Overweging

Zusters en broeders,
Beste mensen,

Hoe hoort u de twee verhalen over een weduwe?
Bij mij roept het in eerste instantie een ongemakkelijkheid op.
Is het zo prijzenswaardig dat een weduwe alles weggeeft?
Zou u of ik hetzelfde doen in een gelijke situatie?

In ieder geval klopt er iets niet in beide verhalen.
Een weduwe heeft niet alleen haar man verloren, maar toentertijd ook de mogelijkheid om economisch zelfstandig te zijn. Een samenleving die zich voegt naar de Joodse wet, heeft de morele plicht zorg te dragen voor de weduwe, de wees en de vreemdeling. We kunnen constateren dat in beide gevallen de samenleving faalt voor de zorg aan de weduwe.

Eerst wat achtergronden over het verhaal van de weduwe uit de eerste lezing.
Deze weduwe heeft een zoon waarvoor ze moet zorgen. Ze heeft nog een beetje meel en olie, goed voor één dag voedsel. Hoe het verder moet weet ze niet. Er is geen toekomst, geen leven.
En dan vraagt de profeet Elia eerst om water en daarna om voedsel aan de weduwe die geen toekomst meer ziet… Na enig aandringen, durft de weduwe Elia te vertrouwen. Hij is immers een profeet en spreekt namens God.
En waarom durft Elia zo stellig te zijn, vraag je je af?
Voorafgaand aan dit evangelieverhaal heeft Elia echter van God gehoord dat een weduwe voor hem zorg zou dragen. Hij was dus zeker van zijn zaak.
Dit verhaal speelt zich af binnen een groter verhaal. Er heerste grote droogte, maar om regen en vruchtbaarheid af te smeken wendde het volk van Israël zich vooral tot Baäl. De droogte zou echter pas ophouden wanneer Israël zich weer eendrachtig tot de Eeuwige zou keren. De relatie tussen het volk van Israël en God laat zich vanuit het volk gezien kenschetsen als die van ontrouw.
De relatie tussen Elia, de weduwe en God wordt gekenmerkt door een volledig vertrouwen. En dat durven toevertrouwen leidde tot de situatie dat de weduwe met haar zoon en Elia voldoende te eten hadden. De pot met meel en de kruik met olie bleef altijd voldoende gevuld.

De weduwe in het evangelieverhaal is niet een hoofdpersonage. Ze komt slechts even voorbij. Jezus probeert met haar optreden iets duidelijk te maken aan zijn gehoor.
Het gaat hier over twee soorten van economie. De eerste economie draait om de tempel, het is de heilseconomie. Hoe realiseren wij het Koninkrijk Gods op aarde? Dat is de centrale vraag. De tweede economie draait om de offerkist. Het is de harde realiteit van de geldeconomie. Het is de houding van eigen portemonnee eerst, ook al gaat het ten koste van anderen.
Schriftgeleerden plaats je automatisch in de economie van de tempel. Dat is hun natuurlijke plaats. Maar Jezus laat zien dat er Schriftgeleerden zijn, belust op aanzien. Gekleed in dure gewaden en gezeten op de voornaamste plekken willen ze zich maar al te graag laten bewieroken. Hun rijkdom zal ongetwijfeld komen uit de gaven van de gelovigen, en ze gedragen zich als huisjesmelkers. De heilige schijn houden ze op met het uitspreken van lange gebeden.
De weduwe bij de offerkist representeert echter de economie van de tempel. Zij is bereid alles wat ze heeft weg te geven. Ze heeft een onwankelbaar vertrouwen in de heilseconomie terwijl ze feitelijk deels wordt bedonderd door Schiftgeleerden die uit zijn op eigen gewin. Juist de mensen van de tempel hebben een heilige plicht te zorgen voor de weduwen. De weduwe doet geld in de offerkist, maar er is geen geldstroom van de offerkist naar haar terwijl er wel een geldstroom is van de offerkist naar de Schriftgeleerden.

In de samenleving van toen moesten de weduwen zien te overleven in de marge van de samenleving, maar in de beide bijbelverhalen krijgen ze een ereplaats. In hun gedrag laten ze zien hoe God met ons omgaat en hoe God wil dat wij met elkaar omgaan.
De kern is dat beide weduwen waarbij hun bestaanszekerheid is gereduceerd tot nul, blijven vertrouwen op God. De weduwen stellen de heilseconomie boven de geldeconomie.

Dat is voor ons moeilijk te begrijpen. Aan alle kanten zijn we ingepakt door de geldeconomie. Ons hele bestaan draait daarom. Het is ingegeven met de cultuur waar we deel van uitmaken.
Maar toch kunnen we fundamentele keuzes maken.
Hoewel de geldeconomie zo dominant aanwezig is in onze cultuur, hoeven we er geen slaaf van te worden. Dat is een keuze die jezelf kunt maken of je nu veel of weinig bezit. Het enige waar we slaaf van mogen worden is de heilseconomie. We worden pas echt vrije mensen als we ons volledig durven toevertrouwen aan God. Dan durven we ook vrijgevig te zijn tot het uiterste omdat we weten dat het uiteindelijk goed komt.
Amen.