Overweging van René Dinklo OP op de 7e zondag van Pasen, 1 juni 2025
Eerste lezing: Handelingen van de apostelen 7, 55 – 60
Evangelie: In de woorden van Johannes 17, 20 – 26
Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.
Hier vind je alle overwegingen.
Overweging
Met wie voelt u zich verbonden?
…
Ik vermoed dat u zult komen met antwoorden als: mijn levenspartner, mijn kinderen of mijn ouders, mijn boezemvrienden kortom de mensen die je het meest na zijn, je zielsverwanten.
Een bijzondere band is die tussen moeder en kind. De moeder heeft de vrucht in haar buik voelen uitgroeien tot een klein kindje. Een kindje dat gevoed werd door het lichaam van de moeder. Kind en moeder zijn letterlijk met elkaar verbonden geweest door middel van de navelstreng, de levensband tussen moeder en kind. Met de geboorte van het kind, komt het kind losser te staan van de moeder. Een proces dat doorgaat. Uiteindelijk zal het kind volwassen worden en zijn eigen weg in het leven vinden en dat kan een andere weg zijn dan de ouders hoopten. Maar van de bijzondere band tussen moeder en kind zal iets blijven bestaan uitgaande van normale verhoudingen in het gezin. Die bijzondere band komt dan met name tot uitdrukking in de onvoorwaardelijke liefde van de moeder voor haar kind.
Misschien hebt u bij de vraag met wie u zich verbonden voelt ook een antwoord gezocht in de religieuze sfeer.
Wellicht hebt u voorafgaand aan de viering een kaarsje opgestoken bij Maria en daarbij in gedachten een gebed uitgesproken. Dat is een mooie katholieke gewoonte. Verbonden voelen met God is nogal abstract, maar verbonden voelen met een moeder, de moeder van Jezus van Nazareth, Maria, dat is wat makkelijker. Deze moeder heeft de vreugde ervaren bij de geboorte van haar zoon, maar ook intense pijn toen zij haar zoon ten dode toe zag lijden aan het kruis. Maria is mens geweest met alle hoogte- en dieptepunten van het leven en daarom kunnen we zonder drempel met onze vragen bij haar terecht.
Of u voelt heel concreet een verbondenheid met God, een verbondenheid die gestoeld is op persoonlijke ervaringen.
Jezus voelt zich dusdanig verbonden met God als zijn vader, dat hij spreekt over eenheid. En Jezus bidt dat die eenheid voor allen mag gelden.
Het evangelieverhaal van vandaag is moeilijk toegankelijk. Jezus gebruikt een taal in zijn gebed die ver weg staat van onze alledaagse eenvoudige gebeden. Het is vooral een mystieke taal. Ik probeer het te verduidelijken.
Een paar dagen geleden vierden wij het hoogfeest van Hemelvaart. De verrezen Heer is ten hemel opgenomen. Maar deze Hemelvaart is niet met rouwranden omgeven. Zijn Hemelvaart is geen afscheid, maar een troonsbestijging. Hemel en aarde zijn ook geen twee totaal verschillende fysieke werkelijkheden. De hemel is immers geen kosmologische, maar een mystieke werkelijkheid. Een bestaan in God is een bestaan in een mystieke ruimte die alles omvat!
De diaken Stefanus – de eerste martelaar – was iemand die zich in het bijzonder verbonden voelde met de ’Heer Jezus’ zoals Jezus zich verbonden voelde met ‘God, de Vader’. Het gevoel van verbondenheid met de ‘Heer Jezus’ die Stefanus zag staan aan Gods rechterhand, was dusdanig sterk dat hij verbinding kon zoeken met de mensen die hem door steniging zouden ombrengen. Hij vroeg zelfs om hun deze zonde niet aan te rekenen. Stefanus zocht dus verbinding en geen scheiding, zelfs toen zijn eigen leven in het geding was!
In het gebed van Jezus – waar het evangelieverhaal slechts een onderdeel van is – blijkt het werkwoord ‘geven’ zeer vaak voor te komen. Zo staat er dat er niets wezenlijks is dat Jezus of de mens of de wereld uit zichzelf kan geven. Aan al wat is gaat dus de gave van God vooraf!
God geeft ons het leven, Hij geeft ons aan elkaar en Hij geeft de wereld aan ons. Wij zijn dus bedoeld om ontvankelijk te leven. Deze houding – een spirituele houding – staat haaks op de levensvisie dat je eigen leven maakbaar is.
Het ervaren van de eenheid, het gevoel van het verbonden zijn, komt niet alleen voort uit die spirituele houding. Het is ook een opdracht aan ons, een opdracht die Jezus eerder in het Johannesevangelie formuleerde als het gebod om elkaar lief te hebben: ‘Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben. ‘ Deze liefde overstijgt de mens en kan als geen ander mensen met elkaar verbinden, een verbondenheid die verankert ligt in God.
Het vindt zijn uiterlijke vorm in onderlinge zuster- en broederschap. Het brengt ons meer in harmonie met onszelf, in harmonie met elkaar en in harmonie met God. Het stelt ons in staat om het geschonden aanschijn van de aarde te vernieuwen.
Moge de Geest van God ons open ademen zodat wij meer bewust worden van onze oorspronkelijke en uiteindelijke moedergrond opdat wij Gods aarde, onze woonplaats, zullen vernieuwen.