Overweging van René Dinklo OP op de zondag van de Openbaring van de Heer, 5 jan 2025
Lezingen: Jesaja 60, 1 - 6 en Matteüs 2, 1 - 12
Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.
Hier vind je andere overwegingen (en hier de overwegingen tot april 2023).
Overweging
Op de eerste zondag van het Nieuwe Jaar wordt het feest van de Openbaring van de Heer gevierd. In de liturgie gebruiken we daar het dure woord voor van Epifanie en in de volksmond heet het gewoon Driekoningen.
Vijf jaar geleden was ik op die zondag in Den Bosch, vlak voor het uitbreken van de corona-epidemie. Het feest van Driekoningen wordt daar in de namiddag groots gevierd. Kinderen en volwassen verkleed als herders, oplopend met schapen, honden en ezels en natuurlijk drie koningen op kamelen, trekken door de stad op weg naar de St. Jans kathedraal alwaar zich de grootste kerststal bevindt. Een bijzonder en indrukwekkend schouwspel om mee te maken. Ook vanmiddag gaat het daar weer gebeuren.
Het evangelieverhaal zelf, is echter sober in zijn aanwijzingen over die vreemde heren uit het Oosten. Mattheus laat magiërs uit het Oosten verschijnen in zijn verhaal. Wie het zijn, hoeveel het waren, waren het wel alleen heren, waar kwamen ze vandaan, hoe reisden ze… ? De evangelist vermeld het niet. Toch kennen we heel veel verhalen over hen en hun stoffelijke resten zouden zelfs liggen in een prachtige schrijn in de Dom van Keulen.
Veel verhalen zijn in de loop der geschiedenis ontstaan over de magiërs en veel volksdevotie ook. Een stukje daarvan, een boon eigenlijk, zullen we straks ervaren bij het koffiedrinken in de Enk.
Als theoloog is het voor mij belangrijk goed voor ogen te houden dat Mattheus niet geprobeerd heeft om een geschiedenis te schrijven, een soort van ooggetuige verslag, maar meer een Midrasj, een verhaal dat ons probeert te onderwijzen. De kracht van een dergelijk verhaal is, dat er veel meer is uit te halen dan de lengte van het verhaal zelf. Maar wees gerust, ik ga me beperken tot een paar gedachten.
De kerngedachte is natuurlijk dat in dit verhaal het kindje Jezus zich openbaart als de Heer, als de verwachtte Messias, voor alle volken. Dit wordt duidelijk door de magiërs uit het oosten, niet-Joden, die op zoek zijn naar de koning van de Joden en hem uiteindelijk vinden en hem als koning eren met koninklijke geschenken. Van meet af aan wordt ook duidelijk dat deze Messias bedreigd wordt. Alleen al door zijn bestaan voelen de machtigen die hun macht niet hebben gebouwd op waarheid en goedheid, dat hun positie weleens zou kunnen wankelen.
Opmerkelijk is dat de hogepiesters en schriftgeleerden op basis van de heilige Joodse boeken tot dezelfde conclusie komen als de magiërs op basis van het lezen van de sterren.
God openbaart zich dus niet alleen in de mens Jezus van Nazareth en in de heilige schriften, maar ook in onze fysieke wereld. Dat is niet gek, want onze fysieke wereld: de aarde, de natuur, het heelal, is in beginsel Gods schepping. Zijn dna is als het ware daarin terug te vinden.
Een andere lijn in het evangelieverhaal wordt duidelijker wanneer we de eerste lezing erbij betrekken. Het licht is opgekomen, de luister van de Heer schijnt over je en zijn luister is boven jou zichtbaar. Zo staat te lezen in Jesaja.
De magiërs hebben het licht gezien in de vorm van een ster en zijn in beweging gekomen om op zoek te gaan naar de koning. Welk verlangen dreef de magiërs om het licht te volgen? Als het louter nieuwsgierigheid zou zijn geweest, hoefden zij niet het kindje te bezoeken om het als koning te vereren en het koninklijke geschenken aan te bieden.
Wat hun gedreven zou kunnen hebben is een sterk verlangen naar het vinden van zielenheil, naar een vervuld levensgeluk.
Beste mensen, zusters en broeders,
Tijdens de late kerstnachtviering op 24 december zongen we het openingslied:
Al wie dolend in het donker,
in de holte van de nacht
en verlangend naar een wonder
op de nieuwe morgen wacht:
vrijheid wordt aan u verkondigd
door een koning zonder macht.
En is dat niet waar ook wij naar op zoek zijn, dat wij weg willen uit de duisternis en willen staan in het volle licht? Is dat niet ons hartsverlangen?
Wat kunnen wij van de magiërs leren om te komen in de richting om dat doel te bereiken?
Op de eerste plaats heeft het te maken met het je openstellen, ja daar is het woord weer: om ontvankelijk te zijn. Als jij je openstelt kun je sporen van God tegenkomen in je eigen leven of in de wereld of natuur om je heen. Het gaat om de houding dat het leven veel meer is dan je eigen ik en menselijke maakbaarheid.
Op de tweede plaats heeft het te maken met het in beweging komen. Probeer het leven te ervaren als een pelgrimage. Veel mensen hebben voor een kortere of langere periode een pelgrimstocht ondernomen. Ook mensen die zichzelf niet rekenen als behorend tot een bepaalde religie. Vooral in onze veeleisende tijd, willen mensen een wat langere tijd er even tussenuit en lopen naar bijvoorbeeld Santiago. Maar wat ik vooral bedoel is om het leven zèlf als een pelgrimage te ervaren. Dat je jezelf niet vastzet in veilige gewoontes en in beton gegoten meningen, maar op zoek blijft gaan naar waarheid en het verwerven van levenswijsheid.
Op de derde plaats heeft het te maken met het je richten op het licht. Ik bedoel het Licht met hoofdletter ‘L’. Het Licht van onze Redder, die ons vrijmaakt en niet knecht. Het Licht van liefde, waarheid en gerechtigheid. We hoeven ons niet alléén te richten op het Licht, het Licht zelf trekt ook ons naar zich toe. Dat is het mooie. Het kan komen van twee kanten.
En op de vierde plaats heeft het te maken met het eer brengen aan dat Licht dat wil zeggen ruimte scheppen in je hart voor dat Licht en om dat Licht te koesteren.
Als je zo deze gang maakt van de magiërs, zusters en broeders, dan kun je niet meer dezelfde weg teruggaan, want je bent zelf veranderd. De pelgrimstocht van je leven gaat voort en gaat niet terug.
Mogen wij zo de magiërs navolgen.