Overweging van Jan Groot op de 34e zondag door het jaar, 24 nov 2024
Lezingen: Daniël 7, 13-14 en Johannes 18, 33-37
Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.
Hier vind je andere overwegingen (en hier de overwegingen tot april 2023).
Overweging
Waar hebben we in het evangelie van vandaag naar gekeken?
Wat gebeurt daar eigenlijk?
Het verhaal is ons heel bekend, maar toch, kijk eens mee.
De evangelist Johannes zet twee mannen, twee tegenpolen op het toneel.
De eerste is Pilatus, een machtig man; namens de keizer van Rome is hij de baas in dit bezette land.
Hij moet slim opereren, laveren tussen allerlei krachten en machten,
en hij moet vooral grote onrust zien te voorkomen.
Pilatus heeft de macht in handen, en dat is altijd een wankel evenwicht.
Aan de andere kant zien we Jezus, een Joodse rabbi, uit Nazareth, iemand met een grote aanhang;
velen lopen met hem weg; ze geloven in hem,
ze zeggen luid en duidelijk: ‘dit is een nieuwe leer met gezag’.
Deze profeet is onder valse beschuldigingen opgepakt,
hij wordt bij Pilatus voorgeleid, en er dreigt voor hem de doodstraf.
We zien hier twee werelden tegenover elkaar staan.
En ik realiseerde me bij mijn voorbereiding op deze viering hoe actueel dit verhaal eigenlijk is,
en hoe belangrijk daarmee dit feest van Christus Koning is.
Wij kijken nog eens goed naar het tafereel.
Pilatus is een man van déze wereld en hij heeft veel te verliezen:
zijn macht, zijn baan, zijn hachje, zijn koningschap.
Hij schuwt het geweld niet en weet van ‘verdeel en heers’.
Hij zal die Jezus straks laten martelen, geselen;
hij zal niet voorkómen dat deze onschuldige wordt gekruisigd.
Zijn soldaten zullen daarbij van de partij zijn.
Zijn tegenpool Jezus staat er fier, rechtop.
Pilatus ondervraagt hem: ‘ben je de koning van de Joden’?
Er ontstaat een soort steekspel tussen de twee, ze praten langs elkaar heen.
Er bestaan, altijd en eeuwig, twee ‘koningschappen’:
bij het ene, ‘van deze wereld’, horen soldaten met wapens, hoort strijd, oorlog.
Koning Jezus heeft geen soldaten.
‘Míjn koninkrijk’, zegt hij, ‘is niet van hier’;
het is van een andere orde, van een andere wereld.
En dan komt het hoge woord eruit:
‘ik ben geboren en naar de wereld gekomen om van de waarheid te getuigen’,
en mijn volgelingen zijn ‘de waarheid toegedaan’.
Pilatus kan daar niets mee. Hij zal verzuchten: ‘wat is waarheid?’
En meteen erna laat hij het volk kiezen tussen Jezus en de rover Barabbas;
en dan begint zijn marteltocht, zijn kruisweg.
Lieve mensen,
‘de koning van de waarheid’,
zo betitel ik dit evangelieverhaal, en het feest van vandaag.
We vieren de koning van de waarheid.
Het wachtwoord, het sleutelwoord van Jezus’ andere wereld is: WAARHEID.
Maar … waarheid, hoe verstaan we dat?
Dat is een belangrijke vraag, zeker onder een Dominicaans dak;
De Orde heeft ‘veritas’, ‘waarheid’ immers als keurmerk.
Waarheid heeft de – eerste – betekenis van:
de ware toedracht, hoe iets precies is gegaan.
Dat klinkt weinig opwindend,
maar het is heel erg belangrijk.
Mensen kunnen elkaar beschadigen door nepnieuws,
valse beweringen op de sociale media,
verdraaide feiten, halve waarheden!
Voor een rechtbank zweren getuigen niet voor niets
dat ze de waarheid zullen spreken.
En er is het bekende gezegde, we horen het in deze jaren herhaaldelijk:
‘in een oorlog sneuvelt altijd als eerste de waarheid’.
Pilatus weet dat, vandaar zijn reactie: ‘wat is waarheid?’Maar waarheid heeft nog een tweede, diepere, warmere, rijkere betekenis.
Johannes begint zijn hele evangelie met het gedicht: ‘In het begin was het Woord’.
Daarin typeert hij Jezus en zijn leven twee keer als:
‘vol van genade en waarheid’.
Er wordt ons van godswege in de persoon van Jezus
een liefdevolle, een genadige waarheid geschonken.
Er komt een goddelijke waarheid aan het licht waar mededogen en solidariteit leven,
waar verbinding en naastenliefde het samenleven kleur en warmte geven.
De waarheid die Jezus met zijn leven en sterven en opstanding gestalte geeft
Is van een andere orde, een andere wereld dan de waarheid van Pilatus!
We vieren vandaag het feest van Christus Koning.
Een heel jaar lang, van de vorige Advent tot en met vandaag, hebben we Jezus gevolgd op zijn weg.
Daarbij ging het ons hier uiteindelijk om drie namen: Vader, Zoon en heilige Geest.
Ze staan voor een groot geheim, die Drie, een diepe waarheid.
Het nachtelijk visioen van Daniël, in de eerste lezing,
ziet ‘op de wolken iemand aankomen die eruitzag als een mens’,
‘hem worden macht en eer, en het koningschap verleend’.
Al sinds het vroege christendom is het visioen van Daniël op Jezus toegepast!
Ja, het is aan alle kanten te merken, in de wereld vandaag
gebeurt heel veel onmenselijks en zorgwekkends;
het maakt velen onder ons verdrietig en somber.
Daarom moéten we hem hooghouden: Jezus, ‘de koning van de waarheid’.
Hij belichaamt op een goddelijke wijze liefde en zachtmoedigheid, genade en waarheid.
Ik moet de laatste tijd, om de moed erin te houden,
vaak denken aan de bekende woorden van de dichteres Henriëtte Roland-Holst.
‘De zachte krachten zullen zeker winnen in het eind’.
Ze schreef ze tijdens het verschrikkelijke bloedbad van de Eerste Wereldoorlog.
Ik beschouw ze als een geloofswaarheid,
en ze kunnen ons veel troost geven:
‘De zachte krachten zullen zeker winnen in het eind’!