Overweging van Jozef Essing OP, 9 november 2025.
Eerste lezing: Ezech47, 1 - 2 + 8 - 12
Evangelie: Joh 2, 13 - 22
Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.
Hier vind je alle overwegingen.
Overweging
Misschien heeft het ook u verbaasd: die woede van onze Heer.
Hij die steeds de deur openzet voor tollenaars - op geld beluste uitzuigers -,
maakt een zweep en ranselt kooplui de tempel uit: ‘Eruit, jullie’
Geen enkele consideratie, waar hij elders coulance toont voor zondaars.
Wat maakt Hem hier zo woedend en onverdraagzaam?
“Maak van het huis van mijn Vader geen markthal”
Kopen en verkopen, de markt, handel drijven: op zich wijst Hij dit niet af.
Maar wel dat je de sfeer van de handel brengt in de ruimte van God.
De sfeer van de handel is: ondernemen, jouw belangen behartigen, vooruit zien te komen, winst maken, jezelf promoten. Jij staat voorop
De ruimte van God, in de joodse traditie waarin Jezus staat, is een andere - zoals wij gewaar worden bij het betreden een oude kerk:
je gaat een andere wereld binnen, een werkelijkheid groter dan jezelf,
een stilte die spreekt en je oproept tot bezinning,
een stem die richting wijst: waar het om gaat en heen moet – torah heet dit
Als je in dat domein handel gaat drijven, dreig je Gods ruimte
in te vullen met de drukte van jouw bedrijvigheid en jouw plannen.
Jouw ambitie en jouw belangen komen dan op de eerste plaats.
God dient dan enkel om je onderneming te zegenen. God wordt je knecht,
in plaats van dat je je laat gezeggen door wat Hij met ons mensen wil.
Voor je het weet wordt godsdienst dan bekrachtiging van praktijken
die met God vloeken en waartegen Jeremia’s profetieën al tekeer gingen:
Jullie stelen, moorden, lopen achter andere goden aan.
En dan zeggen jullie: De tempel van God is hier. Hoe durf je!
Godsdienst loopt steeds het gevaar God te misbruiken: God in dienst nemen voor het eigen profijt, je eigen positie, je eigen gelijk,
in plaats van jezelf in dienst te stellen van Gods liefde
die iedere mens het licht in de ogen gunt.
Voorbeelden te over.
Nogal wat christenen stellen winst maken gelijk met zegen van God
Zo wanen zij zich bevestigd in een vrij en niets ontziend ondernemen
dat de aarde plundert, alles naar zich toe haalt en niets aan anderen laat.
Niet voor niets heeft de huidige paus de naam Leo gekozen,
in de lijn van de vorige paus met die naam
die een encycliek wijdde aan sociale gerechtigheid.
Tijdens een anti-immigratie demonstratie in Nederland klonk psalm 4:
‘In vrede ga ik liggen en weldra slapen, want U alleen doet mij veilig wonen’.
Dat is God in de arm nemen - tegen mensen in uit andere culturen/religies.
“Dit land is ons door God gegeven, zeggen joodse kolonisten én Hamas”
en ze wijzen naar opdrachten in hun heilige boeken tot gebruik van geweld.
Zo wordt de naam van God ingezet om elk gesprek af te houden.
“Praat er met niemand over. Waag het niet schande te brengen”
kregen slachtoffers van seksueel misbruik te horen.
Wat hun in hun jeugd werd aangedaan was al verschrikkelijk,
maar gruwelijker was het, dat het zo geheten ‘door God gegeven gezag’,
van kerkhoofd of ‘hoofd van het gezin’, niet aangetast mocht worden.
Overal waar de godsdienstige mens onder het mom van godsdienst
niet de dienst aan gerechtigheid en mededogen zoekt, maar zichzelf,
wordt God de ‘verheffing van jezelf tot in de oneindige macht’. Een ramp.
Want al gaan we in de fout, zolang we kritische vragen toelaten is er hoop.
Maar wat als je God gebruikt om je boven elke kritische vraag te stellen?
Voor Jezus is het dan ook absoluut onverdraaglijk dat zijn Vader,
zo intens verbonden met mensen die er niet mogen zijn,
tot beschermheer van het onrecht wordt gemaakt.
De afwijzing van deze rampzalige koppeling kan niet krachtig genoeg zijn.
En Hij heeft recht van spreken:
“Breek deze tempel af, en in drie dagen zal ik hem doen herrijzen”
Hij sprak over de tempel van zijn lichaam, zegt de evangelist.
Aan Hem, aan zijn lichaam zal te zien wat Gods ruimte wél is:
een omarmende aanwezigheid, met het risico slagen te incasseren,
die blijft instaan voor geslagen mensen en zich niet weg laat slaan.
En dat geldt ook voor ons die Jezus’ volgelingen zijn.
Het feest van vandaag, de inwijding van de ‘moeder van alle kerkgebouwen’
de St Jan van Latheranen - stelt ons voor de vraag: Wáár woont God?
Het wonen van God - het ‘huis van God’ volgens de Schriftlezingen -
wordt pas werkelijkheid wanneer Hij inwoont in óns:
wanneer Gods liefde ons denken en doen gaat bepalen, tegen de trend in,
en vanuit innerlijke overtuiging onze handel en wandel aanstuurt,
zodat we niet bang zijn kleur te bekennen en een eigen gezicht laten zien.
Zoals joodse en palestijnse moeders doen tegen de heersende politiek in,
een bisschop begint met luisteren naar misbruikslachtoffers in zijn bisdom,
kerkgangers hand in hand biddend opkomen voor vrede die mensen verbindt, vrijwilligers jongeren uit een azc meenemen naar de Veluwe, voor onderhoud,
Amnesty-briefschrijvers zich een dag opsluiten in de Koepelgevangenis Arnhem,
of een buurvrouw omziet naar een oude Turkse man die zijn huis verwaarloost.
“U weet toch dat u een tempel van God bent, schrijft Paulus. Laat dat zien.
Dan worden wij zelf een bron van levend water, brengen leven waar dood is, vrede in een wereld waarin het geweld zich groot maakt. Klein beginnen.
Zoals dat water uit de tempelbron - eerste lezing - begint als kleine beek
maar aan het eind een hele Dode Zee weer doet krioelen van leven.
