Een God van bevrijding

Overweging van Jan Groot in de viering op de zondag van de H. Drie-eenheid, 26 mei 2024

Lezingen: Exodus 3, 1-9 en Mattheüs 28, 16-20

Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.

Hier vind je andere overwegingen (en hier de overwegingen tot april 2023).

Overweging

De feesten van Pasen en Pinksteren zijn gevierd,
de ‘gewone’, groene zondagen komen er aan.
Maar eerst nog deze feestelijk zondag: ‘Drievuldigheid’ vieren,
het feest van het Godsgeheim.
Daar komt dit jaar iets heel bijzonders bij.
Gisteravond was er hier in de kerk een indrukwekkende oecumenische viering
rond slavernij en bevrijding: ‘Amazing Grace’.
Het ging om het erkennen en herdenken
van de slavernij in het koninkrijk der Nederlanden
en om het herdenken van het leed en het verzet in verleden en heden.

En precies In dat verband: onze kerk wordt verrijkt met een nieuw heiligenbeeld.
Het is begin mei meegenomen van de bedevaart naar Lourdes.
Dit is Martin, Martin de Porres, uit Peru.
Hij werd in 1579 als mulat geboren.
Hij was de bastaardzoon van een hooggeplaatste Spanjaard
en een Panamese vrije vrouw.
Martin werd broeder-dominicaan in Lima,
en ziekenverpleger,
met een wijd open hart voor de gezondheidsklachten
van het gewone volk van de stad dat hem massaal wist te vinden.
Martin is in 1962 door paus Johannes XXIII heilig verklaard.

Hoe ging dat nou in Lourdes met Martin, Martinus?
Hoe kwam het dat wij dit beeld meenamen naar hier?
Het ging zo.
Op één van de dagen daar maakten we een wandeling
door de stad, langs plekken uit het leven van Bernadette Soubirous;
zij is het jonge herdersmeisje dat rond 1860 een aantal malen
Maria heeft gezien, in een grot. Daar is het allemaal mee begonnen.
Onderweg kwamen we ook langs een enorm atelier, een soort museum,
met een wonderlijke inhoud.
Het stond namelijk vol met beelden van heiligen uit alle eeuwen,
we keken er onze ogen uit, echt (letterlijk) een santenkraam.
Ramona Heyliger was er die middag bij, zij komt van de Antillen, van Sint Maarten.
Zij schudde ons wakker. Kijk eens goed hoe eenzijdig
die verzameling is: vooral mannen en ook een paar vrouwen,
en allemaal met een blank, Europees uiterlijk.
Na veel gezoek vonden we één uitzondering:
dit beeld, van een dominicaan nog wel, St. Martin de Porres.
We besloten om het als groep te kopen en mee te nemen voor onze kerk.

Ik vertel jullie dit zo uitgebreid
omdat Ramona ons die middag even door haar ogen de wereld in liet kijken.
Dat is soms nodig, en het was die middag echt een eyeopener.
Wij vinden (zonder het te beseffen)
allerlei vormen van maatschappelijke achterstelling of uitsluiting gewoon ,
maar dat zijn ze niet.
Ramona leerde ons daar de metafoor van het hondenfluitje.
Hondenfluitjes hebben een ultrasoon geluid;
zo’n geluid is te hoog om door mensen gehoord te worden,
maar een hond hoort het wel.
Het ontbrak ons, de blanke groepsleden, aan een ‘zintuig’
om gewaar te worden hoe pijnlijk eenzijdig
die beeldenverzameling is,
én ook nog allesbehalve een beeld van de wereldkerk.

Het negeren, uitsluiten, achterstellen van groepen is hardnekkig en wijdverbreid.
In het mensenverkeer worden allerlei minderheden
        - lang niet altijd bewust en moedwillig -
verzwegen, niet gezien, en telkens als dat gebeurt zijn er mensen
die zich daar pijnlijk door geraakt voelen, soms zelfs op de ziel getrapt,
terwijl de goegemeente dat niet of nauwelijks door heeft.
Als we ervoor gaan zitten, vinden wij er allerlei voorbeelden van.
Hondenfluitjes genoeg, helaas.
Denk bijvoorbeeld aan de jaarlijkse hype rond Moederdag,
en wat die betekent voor vrouwen en mannen,
die ongewild kinderloos bleven, en daarmee kleinkinder-loos.
Of denk eens aan het scheldwoord ‘homo’,
in voetbalstadions, elders in de sport, op scholen,
en wat dat betekent als je zelf worstelt met je ‘coming out’.

Dat is het verhaal achter het beeld. Van Martin de Porres.
De vraag is nog: heeft dit alles,
de Lourdeservaring en het nieuwe beeld in ons midden,
iets Drievuldigheid, het feest van het Godsgeheim, te maken?
Ik zou zeggen: het heeft er alles mee te maken!
Daarom lazen we dat oerverhaal uit Exodus:
het heilige gebeuren bij de brandende braambos,
waar God zich met naam en toenaam aan Mozes bekend maakt,
en in één adem wordt dan de ellende
van het slavenbestaan in Egypte genoemd.
Het volk wordt er onderdrukt, en God kan dat niet aanzien;
hij daalt af om zijn volk te bevrijden.
Mozes moet vooropgaan in de uittocht uit het slavenhuis.

De God in wie wij geloven is ten diepste een God van bevrijding.
Het is en blijft schrijnend en onverteerbaar
hoe vaak God in de geschiedenis is misbruikt
ten dienste van onderdrukking.
Zo gaven rond het jaar 1800
Hollandse slavenhandelaren en plantage-eigenaren in Suriname en op de Antillen
aan de slaafgemaakten een ‘slavenbijbel’.
Dat was een incomplete, gecensureerde bijbel,
waarin o.a. een deel van het boek Exodus, ook ons verhaal van vandaag, was weggelaten.
Het verhaal van de opstand tegen de farao
mocht de slaafgemaakten eens op verkeerde ideeën brengen!
De slavenbijbel is een ongemakkelijk stukje erfgoed;
het is meer dan een ‘hondenfluitje’, het is misthoorn.

God is een God van bevrijding,
en dát precies is door Jezus voorgeleefd, uitgebeeld, belichaamd.
Jezus lijkt op zijn Vader-God. De naam Jezus betékent: God redt’.
En zijn moeder Maria zingt in haar Magnificat
Voluit van Gods bevrijding.
Er is in onze tijd nog heel veel dat om bevrijding schreeuwt,
moderne vormen van slavernij.
Ik denk bijvoorbeeld aan allerlei soorten kinderarbeid,
vrouwenhandel en mensensmokkel.
En dichtbij huis heeft ons samenleven,
met onze kijk op het leven en onze manieren van doen
altijd weer bevrijding nodig.

Daarom is het heel mooi dat Martin de Porres
in ons midden is gekomen en hier een vaste plaats krijgt.
       Ik zou hem willen bidden:
       “Martin, houd ons scherp
       bevrijd ons in Gods naam van wat mensen kleiner maakt,
       ja, doe dat ‘in Gods naam’!”