Aansprekende kerk

Overweging van Corinne van Nistelrooij OP, zondag 7 september 2025.

Eerste lezing: Wijsheid 9, 13 – 18b
Evangelie:      Mattheus 7, 7 - 13

Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.
Hier vind je alle overwegingen.

Verkondiging

Elke keer als ik op zondagmorgen de kerk binnenkom zie ik hoe de kaarsen al zijn aangestoken en hoe het koor zich warm zingt. Ik zie de collectanten die mensen begroeten, kerkgangers die elkaar gedag zeggen, handen die koffie klaarzetten voor straks, kinderen die nieuwsgierig rondkijken. Kleine dingen – maar zo groot in betekenis. Want ze zeggen: hier zijn mensen die deze plek tot leven brengen. Hier is een gemeenschap die gastvrij wil zijn!

Vanmorgen kregen jullie allemaal de zendingsbrief in de hand. Met als thema: Een aansprekende kerk. En dan stel je je vanzelf de vraag: wat maakt een kerk nu eigenlijk aansprekend? Is het de schoonheid van het gebouw, de muziek, de liturgie, het programma? Zeker, dat is allemaal van belang, maar er gaat iets aan vooraf. Want wat eerst nodig is, is dat we ons zélf laten aanspreken; in ontvankelijk luisteren, ons open stellen, aangesproken worden door al wat ons geloof ons biedt. “Ik ga elke week naar de kerk om aan m’n oren getrokken te worden!”, zei ooit een van jullie tegen me. Dat we weer even opgeschud worden, tot inzicht gebracht door een morele tik of een liefdevolle bemoediging. “Ontvankelijk zijn” was vorig jaar het thema van de zendingsbrief.

En nu maken we een vervolgstap. Want wat gebeurt er in de ontvankelijkheid? Waarin word je  aangesproken, waartoe opgeroepen? Na een jaar waar we de aandacht legden op inkeer en verstilling vragen we nu om te delen wat je ontvangt, en elkaar uitnodigend aan te spreken. Jullie begrijpen: “een aansprekende kerk”, dat is niet alleen een slogan, dat is een uitnodiging, een uitdaging.

In de eerste lezing hoorden we woorden uit het boek Wijsheid:  “Welke mens kent Gods bedoeling?
Wie kan doorgronden wat de Eeuwige wil?”
. Het antwoord is duidelijk: niemand van ons kan dat uit zichzelf. Ons denken is beperkt, onze blik ontoereikend.
Maar de lezing voegt eraan toe: De Eeuwige zendt zijn heilige Geest en zo worden mensen op het rechte spoor geleid. Dat betekent: wij hoeven het niet allemaal te weten of te begrijpen. Wij zijn geen kerk die alles zeker weet. We zijn een kerk die luistert, die zoekt, die vertrouwt op de Geest. Een aansprekende kerk begint niet met luid roepen, maar met stil luisteren. Naar God, naar elkaar, naar de wereld.

En vervolgens horen we in het evangelie Jezus zeggen: “Vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan.” Het zijn geen woorden die ons beloven dat we alles krijgen wat we maar willen. Nee, het zijn woorden die een houding beschrijven. Een kerk die aanspreekt, is een gemeenschap waar vragen welkom zijn. Waar je mag zoeken zonder meteen het juiste antwoord te hoeven hebben.
Want eenduidige antwoorden bestaan alleen als je gestopt bent met zoeken. Alle reden dus om met anderen te zoeken hoe je aangesproken wordt en wat jouw antwoord kan zijn.

Jezus vergelijkt God in het evangelie van vandaag met een ouder die goede gaven geeft aan zijn kinderen. Als we op zo’n manier met God meewerken stralen we als kerk een vertrouwen uit dat aanspreekt: dat er hier ruimte is voor het goede, dat er vertrouwen is in het leven, dat er altijd wordt opengedaan als je aanklopt.

De zendingsbrief zegt het als volgt: aansprekend zijn betekent niet dat we de waarheid in pacht hebben, maar dat we samen zoeken. Dat is een bevrijdende gedachte. We hoeven elkaar niet te overtuigen, we mogen elkaar open aanspreken vanuit kwetsbaarheid. In dialoog. Dat vraagt moed want het is gemakkelijker om zekerheden uit te delen.
Maar een kerk die echt aanspreekt, is een plek waar we tegen de onrustige, snelle tijdtrend in samen durven zeggen: denk es met me mee, wil je naar me luisteren op een gelijkwaardige manier. En juist dáár, in die eerlijkheid, kan iets nieuws groeien.

Bij de start van het seizoen wil ik ook stil staan bij de velen die deze gemeenschap dragen. Vrijwilligers die op de achtergrond veel doen: van het kopiëren van de liturgie tot zingen in een koor, van collecteren tot kinderen begeleiden, van diaconie tot meehelpen bij programma-activiteiten. Zonder jullie zou dit huis leeg blijven. Jullie belichamen waar het evangelie over spreekt: jullie geven mensen brood, openen deuren, zorgen ervoor dat een ieder betrokken kan blijven. Jullie maken concreet wat “een aansprekende kerk” betekenen kan. Niet in grote woorden, maar in eenvoudige daden van gastvrijheid en trouw.
Die gastvrijheid is een groot goed, in het bijzonder voor nieuwelingen. Ik zou zeggen: blijf dit jaar bijv. bij de koffie eens niet bij je eigen bekende groepje staan. Maar spreek eens iemand aan die je niet kent. Zo kan de onderlinge verbondenheid en gemeenschapszin groeien.

Onze geloofsgemeenschap bestaat al 60 jaar. Generaties vóór ons voelden zich aangesproken door deze plek, door de dominicaanse spiritualiteit, door de liturgie, door elkaar. Wij mogen in hun voetsporen treden. En tegelijk ligt er een opdracht: dat ook komende generaties zich aangesproken zullen voelen. Dat betekent dat we open moeten blijven voor nieuwe stemmen, nieuwe vragen, nieuwe zoekers. Dat we ons huis niet alleen mooi vinden voor onszelf, maar dat we steeds weer kijken of een gast zich welkom weet.
Als we dat doen, wordt dit huis niet alleen een gebouw, maar een thuis voor een ieder. Dan kan iemand die hier binnenkomt zeggen: ‘hier word ik aangesproken, hier mag ik zijn’. Zo werkt Gods Geest dan door in jou, in mij, in ieder die hier binnenkomt.