Gaandeweg

Overweging van Josephine van Pampus in de viering op startzondag, 3 september 2023.

Lezingen: Psalm 12 (bewerking), Matteüs 16,21-27

Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.
Hier vind je andere overwegingen (en hier de overwegingen tot april 2023).

 

Overweging

Een paar dagen geleden was ik bij de musical Soldaat van Oranje. Lang geleden al eens eerder gezien maar het maakte weer een verpletterende indruk op mij. Jonge studenten, beginnend met uit te vliegen, volwassen worden, de wereld te verkennen – en dan worden ze geconfronteerd met een oorlog die niemand heeft gewild.

Binnen korte tijd verschijnen de eerste haarscheurtjes in een vriendenclub die zo hecht leek te zijn. De zoon van ‘foute’ ouders, de student die bang is en een Aries verklaring tekent, de struisvogel die zijn studie af wil maken. De vrouw die uit liefde kiest voor collaboratie met de bezetter, een student die klem wordt gezet – vrienden die ongewild elkaars vijanden worden, de dapperheid, de trouw, het verraad de dood … Waarop de één zingt: ‘als wij niets doen? Wie dan? We zien toch dat dit niet kan? ’t Is nu aan jou en mij…’En de ander die ene waarschuwt voor deelname aan verzet: doe het niet – het kan je je kop wel eens gaan kosten…

En ik zie eeuwen eerder die vriendengroep rondom Jezus lopen. De bange, de behoedzame, de dappere, de trouwe, de verrader… en vooral die ene Petrus die net nog heeft gezegd tegen Jezus: Jij? Wie jij bent? Wat is dat nou voor een vraag. Natuurlijk weet ik dat. Jij bent het. Jij bent de Messias. De Christus, de verlosser op wie we al zolang zitten te wachten. Alles wijst er op. Het bevrijdende, de aandacht, de gerechtigheid, mensen die genezen worden van blindheid, doofheid, melaatsheid. Jij bent het, Jezus, in je hele persoon, jij bent de Messias.

Himmelhoch jauchzend …  Dat is die vurige, enthousiaste, beste, eerlijke Petrus.
Maar daarover praten mag Petrus niet. Alsof je Jezus hoort zeggen:

Sttt, Petrus, stil.
Jij, Petrus, je ziet.
Je ziet. En je ziet niet.
Je weet. En je weet niet.
Je kent. En je kent niet.
Sttt. Niet over praten, Petrus.

Want wat je niet ziet, niet weet, niet kent, is wat onopgeefbaar verbonden is aan het Messiasschap van Jezus. Dat zijn messiaanse leven verbonden is aan zijn messiaanse lijden.
Hoe zou je het ook kunnen begrijpen, in de euforie van wat je net hebt ontdekt.
Als je dat niet ziet, nog niet ziet -
niet weet,
niet kent - nog niet kent....
Sttt. Stil dan.

Himmelhoch – en dan die voorspelling van lijden en dood.
Bis zum Tode betrübt

Houd hem niet tegen, Petrus, door Halleluja te zingen, en weg te kijken bij wat er gaat komen. Want dan word je een struikelblok. Een blokkade, een tegenkracht, een satan.
Dan kom je op een punt dat je bij een kampvuur zegt  ‘maar ik kén hem helemaal niet’ voordat een haan begint te kraaien.
Sttt. Stil Petrus. Stil nog maar even.
Je leert hem nog wel kennen. Je krijgt hem lief. En Hij jou.
Hij, jouw Messias. En de onze.

Die Petrus. 

Als Petrus zegt; jij bent de Messias, de Christus, dan is dat meer dan ervaring. Het is geloofstaal. Hij is omgevormd door Hem. Omgebogen tot, en misschien wel een beetje verliefd gemaakt op God. En daarom waagt Petrus het te zeggen vanuit het diepst van zijn gelovige hart: jij, jij bent het. De Messias, de gezalfde, de Christus. Zijn ziel – en niet alleen zijn, maar het hart van velen is geraakt door wat Jezus zei en deed. Jezus heeft mensen omgevormd, tot op de dag van vandaag.

Jezus is geen verhaal, maar Jezus wordt gedáán. Hij heeft mensen als Petrus dichter bij God gebracht – in zijn doen in laten, en woord en stilte. In misschien wel zo’n lied met woorden als: ‘als wij niets doen? Wie dan? We zien toch dat dit niet kan? ’t Is nu aan jou en mij…’

Maar hoe past daar een beeld in voor Petrus en de zijnen van een Messias die ook moet lijden?  Messias, Christus, betekent immers: gezalfde, zoals koningen, priesters en profeten werden gezalfd. Het betekende de goddelijke bevestiging. De gezalfde bij uitstek, de Messias, kon niet door God in de steek gelaten worden, anders stond God niet achter hem. Toch?
En vanuit datzelfde gelovige, liefdevolle hart roept Petrus in al zijn wanhoop: God verhoede het. Alsof Petrus de Eeuwige maant zijn eigen heilsplan terug te draaien.
Het is niet zomaar een roep van Petrus, maar een intense schreeuw om ontferming.
Letterlijk staat er: God zij u genadig, opdat voorkomen zou worden wat Jezus net heeft gezegd. Alle lijdensvoorspellingen, nog verder in het evangelie van Matteus, stuitten telkens op het onbegrip en de afwijzing van de leerlingen.

Houd Hem niet tegen. Houd Hem niet tegen om te zijn wie Hij moet zijn. Houd Hem niet tegen, want Hij is niet jouw beeld van Hem. Dán word je een struikelblok, een satan, een blokkade. En dan het meest pijnlijke: een Jezus die zich afkeert van jou.

Het is een broze grens tussen de zorg en liefde van het pad dat de ander gaat.
Nog niet zo lang geleden hoorde ik het mezelf zeggen tegen een moeder met jonge kinderen, doodongelukkig in haar werk. Op zoek naar een andere weg, haar hart volgend, haar visie, haar droom van een betere wereld, heeft ze haar vaste, zekere contract opgezegd. ‘Maar je bent kostwinner, zei ik, je kinderen gaan straks misschien studeren, je huis, hoe dan verder?’

Het zijn woorden die ouders ook tegen kinderen zeggen. Vrienden tegen andere vrienden. En ja, die ik ook wel eens te horen heb gekregen. Theologie studeren? Pastor worden? Waar begin je aan? Terwijl je zo’n goede baan hebt?

En nee, soms weet je niet waar je aan begint. Of liever: waar de ander aan begint Je snapt het niet. Je voelt het niet. Je wilt – vanuit jouw perspectief – de ander behoeden. En voor je het weet word je een struikelblok voor de ander. Uit zorg. Uit liefde. Maar een struikelblok die wel maakt dat de ander zich keert, wég van jou.

Waarom geen woorden van bemoediging en vertrouwen uitgesproken? Ga er  – in woorden van Jezus - maar achter staan. Heb de moed om er te zijn, ondanks alles wat je zelf denkt. Wees er. Loop mee. Vertrouw, bemoedig, geef raad, wees stil.

Startzondag… Gaandeweg. Dat is spannend. Want ook hier draait het zo vaak om de vraag of je er mee kan leven wanneer de weg anders loopt dan je zelf in gedachten had. Dat de ander verder kijkt op jouw schouders. Dat je geen struikelblok bent voor iemand die het anders wil. Dat er ruimte is in ieders hart om gaande te blijven, juist omwille van de zorg en liefde voor de ander.

Daar ergens zit toekomst, Gaandeweg. Nada te turbe. Wees maar niet bang.

Amen