De macht van het dodenrijk doorbroken

Overweging van Jozef Essing OP op Tweede Paasdag, 10 april 2023.

Lezing: Matteüs 28,1-15

 

Meditatie bij de ikoon van de opstanding

Een gedicht kwam deze dagen in me op:

Hoe ik ook ben
in donker gehuld,
nog wacht mij de morgen.

Hoe ik ook ben
verloren geraakt,
nog draagt mij een Engel.

Hoe ik ook ben
geworden tot niets,
nog ziet mij die Ene.

In deze verzen hoor ik de oude intredezang van Paaszondag,

U kent mijn neerzitten en mijn opstaan
Stijg ik op met het morgenrood, U bent daar
Daal ik af in de diepte, daar vind ik U ook. (Psalm 139)

 

God is in dit lied geen verre Afstandelijke, maar een Menslievende.
Hij is Nabijheid die níet wegloopt, Aandacht die mij tevoorschijn kijkt,
waar ik ook ben – zelfs op plekken waar ik denk: hier houdt alles op.
Geen macht ter wereld kan die Nabijheid tegenhouden.

Tegenstanders dachten hem op te sluiten in een donkere grafspelonk
maar de poorten der hel, de macht van de onderwereld, houden hem niet.
De ikoon-afbeelding toont hem in beweging, op de wind van Gods Geest.
De poortdeuren van het gevang zijn uit hun hengsels gerukt,
en liggen als een plankier onder zijn voeten;

De ikoon laat nog meer zien in dit graf: dat hij neergedaald is ter helle,
daar waar mensen neerliggen in de macht van de dood.
Hij grijpt de doden bij de pols, de doden vanaf Adam en Eva,
maar ook wij, wanneer we voor dood liggen, nergens meer zijn, machteloos
We kunnen dan, misschien meer in wankel dan vast geloof, kijken naar hem.

Dat is bidden met de ogen: kijken naar en je laten aankijken door hem,
die afgedaald is in onze diepte: een lotgenoot die onze bondgenoot werd.
De verrijzenis van Jezus is niet voor Hem alleen, maar voor ons allemaal.
Wie in Mij gelooft hééft het eeuwig leven – nu al. Zo zei hij tegen Martha.

Zo kun je altijd bidden, hoe je er ook aan toe bent en God ver weg schijnt

Ik ben mijn huis kwijt
en buiten in het veld tref ik U, voor wie geen plaats was binnen.
Ik ben in diepe rouw
en naast mij staat U te schreien aan het graf van uw vriend.
Ik heb mij misdragen en onherstelbare fouten gemaakt
en u hangt als een misdadiger naast mij.
Ik ben nergens meer, alleen maar moe – ik denk dat ik dood ga - 
en ook in die ellende bent U afgedaald.

Dat hij mij aanziet en bij de pols grijpt: dat ik weer overeind kom.

 

Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.

Andere overwegingen vind je op de pagina 'inspiratie'.
Overwegingen van vóór april 2023 vind je hier