Ben je boos omdat ik goed ben?

Overweging van Hans Schoorlemmer in de viering op de 25e zondag door het jaar (A), 24 september 2023, op burendag.

Lezingen: Jesaja 55,6-9 en Matteüs 20,1-16a

Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.
Hier vind je andere overwegingen (en hier de overwegingen tot april 2023).

Verkondiging

Bij de keuze van de lezingen van vandaag hebben geen rekening met de passanten en de gasten, die vandaag op burendag in ons midden zijn. Geen bijbelverhalen waar je meteen blij van wordt.

Het verhaal van vandaag vertelt strijkt nogal tegen de haren in.  

Hebben die ontevreden arbeiders van het eerste, het derde, het zesde en het negende uur niet gelijk? Zij zijn vroeg opgestaan, hebben in de hitte van de dag gewerkt. De zon brandde op hun rug. Zij hebben veel zwaarder moeten werken dan de arbeiders van het elfde uur. Die hoefden maar een uurtje. Hebben ze geen recht op meer?! Het was wél afgesproken dat ze een één denarie zouden verdienen. Eén denarie, een normaal dagloon, genoeg om een dag van te leven. Ja. Maar als je ziet dat anderen die veel minder hebben gedaan hetzelfde krijgen, ja dan breekt de pl… los.

Een gelijkenis, een parabel, die tegen onze haren instrijkt en zelfs treiterende trekken vertoont. Want waarom handelt die heer van die wijngaard niet met meer tact? Waarom moeten de arbeiders van elkaar zien wat ze verdienen? Had hij de betaling niet wat discreter kunnen regelen? Envelopje? Waarom beginnen met de betaling van die van het elfde uur, zodat iedereen kan zíen dat zij evenveel krijgen?

Hoe rechtvaardig is die landeigenaar, hoe rechtvaardig is de goede God (want die is natuurlijk die landeigenaar)? Kunnen we het verdragen, dat zijn loon gelijk is voor harde werkers en voor hen die nauwelijks hebben moeten zweten? Dat Hij enkel genade is en niet te bewegen door goede werken. Dat hij is zoals Jesaja zegt in de eerste lezing: Mijn plannen zijn niet jullie plannen, en jullie wegen niet mijn wegen. Zo hoog als de hemel is boven de aarde, zo ver gaan mijn wegen jullie te boven. Hij laat de zon laat opgaan over goeden en slechten en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen, lezen we elders in het evangelie.

Een stukje uit de krant van afgelopen donderdag… kwam ik tegen tijdens de voorbereiding op deze viering. Kop: “Negen van de tien Afrikanen komen gewoon legaal naar Europa”. Inhoud van het artikel: de veronderstelling dat armoede de belangrijkste aanjager van internationale migratie is, klopt niet. De drijvende kracht achter migratie is de vraag naar arbeidskrachten in West-Europa en de VS!”  Bij het artikel staat een foto van arbeidsmigranten in het land van Maas en Waal tijdens de appelpluk in 2022. Het is vroeg in de ochtend. Het is mistig. Voorop de tuinder op zijn tractor, die die vijf wagentjes achter zich aantrekt. Er zitten blij lachende migranten in die de bakken, waar ze nu in zitten die straks als ze klaar zijn met appels gevuld zullen zijn. Geen dikke boterham zullen ze verdienen, wel genoeg om van te leven…

Terug naar onzen prikkelende parabel, naar de eerste regel. Daar staat: het Koninkrijk van de hemel lijkt op een landheer die er bij het ochtendgloren op uittrok… Daar gaat de parabel over, over het Koningrijk van de Hemel… Daar bidden ook straks om in het Onze Vader:

Onze Vader die in hemel zijt, uw naam worden geheiligd, uw Rijk kome…

Wat is dat toch voor rijk…?  Dat Rijk is voor Jezus niet op de eerste plaats een rijk voor na dit leven, maar een Rijk, in ons leven, hier en nu. Een leven waarin Gods naam wordt geheiligd. Die naam mag door joodse gelovigen niet uitgesproken worden, zo heilig. Die naam is JaHWeH. Het Hebreeuwse woord betekent: Ik ben er, wie ik ook ben, ik ben er voor jou… Die naam heeft iets van een geheim, maar de kern is:  ik ben er, ik ben voor jou. We vieren in onze kerk die Naam, die Presentie, die Aanwezigheid:... Ik ben er voor jou, voor julllie…

Juist nu er vandaag proevers, gasten in onze kerk zijn goed om dit nog eens hardop te zeggen en met elkaar te delen. We delen en vieren die presentie van de Barharmhartige…  in de stilte en de eerbied die er is… ook door de week, wanneer je binnen loopt branden kaarsen, de Godslamp brandt dag en nacht bij het tabernakel. We vieren de presentie van de Barmhartige, als we de verhalen uit de Schrift horen, in ons gebed, als we brood en beker delen. Brood van leven, lichaam van Christus, beker van het verbond. Ook in de zang en de muziek heiligen we zijn naam.  

De presentie van de Naam is genade, gratis, zomaar en toch niet. Zij nodigt ons uit ook zelf iemand te worden die de Naam uitleeft, iemand te zijn, die uitleeft,  ik ben er voor jou… Dagelijks brood te schenken aan de ander, te delen, letterlijk, lijfelijk. Met ons lijf, onze tijd, onze mogelijkheden, onze aandacht: Ik ben er voor jou.  

De werkers in de wijngaard, Byzantijns evangelieboek uit de 11e eeuw.