Opgeroepen om open te gaan

Overweging van Jozef Essing OP, 14 dec. 2025

  Eerste lezing: Jesaja 35,1-10
  Evangelie:      Mattheus 11,2-11

Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.
Hier vind je alle overwegingen.

Overweging

Niemand van ons wordt geboren als droevig treurmens,
of erger nog, als een zuurpruim, voor wie niets deugt.
Kijk maar naar kleine kinderen, hoe zij enthousiast de wereld inrennen
en het leven begroeten als één groot avontuur.
Maar er kan je iets overkomen dat jou dreigt dicht te slaan:

  • Iemand die jouw hoop en en toeverlaat was, wordt in één flits
    van je weggerukt door een verkeersongeluk, of een hartstilstand.
  • Je inspanningen voor een goede sfeer in je familie lopen stuk.
  • Is er nog toekomst voor jou en je kinderen in wereld die almaar harder wordt?

Het kan zo erg worden dat je dicht dreigt te slaan, niets meer verwacht.

Iets dergelijks lijkt in het evangelieverhaal van vandaag aan de hand te zijn,
met Johannes nog wel, die zo begeesterd de komende Messias aankondigde.
Hij zit in de gevangenis. En waar is híj die alles recht zou komen zetten,
de waarheid aan het licht brengen en het onrecht de mond snoeren?
De ommekeer is niet gekomen; de bruutheid van politieke leiders niet gestopt.
Erger nog: in plaats van de beschuldigde is de aanklager gearresteerd.
Heb ik niet op de verkeerde gewed, peinst Johannes.
Gelukkig sluit hij zich niet op met die vraag
en legt hij, via zijn leerlingen, zijn twijfels aan Jezus voor.

En hij krijgt antwoord: lammen lopen, blinden zien, doven horen,
en armen - zij die niets in te brengen hebben en worden weggedrukt -
krijgen een goede boodschap: dat zij gezien worden en kostbaar zijn.
Dat is misschien niet waarop hij had gehoopt; geen spectaculaire revolutie:
potentaten buiten gevecht gesteld, overal vrede en mensen die om elkaar geven.
Maar er zijn mensen die veranderen, juist van wie je het niet verwachtte:
hun communicatie naar buiten mankeerde; en zie ze open gaan, het leven verkennen!

Maar waar zijn vandáág die lammen die weer lopen, die blinden die weer zien?
Wel: die zijn niet ver weg; die zijn hier. Wij kunnen die mensen zijn!
Wij kunnen veranderen: van ‘dicht’ naar ‘open’, van moedeloos naar bemoedigend,
van ‘het niet meer zien’ naar ‘ik heb een droom, ik zie ..’,
Nieuw zicht en élan kunnen we krijgen, om weer open te gaan voor mensen rondom.
Dat is het goede nieuws, niet enkel voor Johannes maar ook voor ons.

Maar daar is wel iets voor nodig, méér dan de Kerstversiering die we in huis halen.
Ik denk hierbij aan de jodin Etty Hillesum in de tijd van de holocaust.
Van huis uit was zij onevenwichtig, in dromen wegvluchtend van ‘je taak hier en nu’.
Maar begeleid door een goede mentor had zij geleerd ‘de binnenkamer in te gaan’,
‘te knielen voor God’, zich te open te stellen voor het geheim van God in haarzelf.

Binnen in me zit een heel diepe put. En daarin zit God, schreef zij in haar dagboek.
Soms kan ik erbij. Maar vaker liggen er stenen en gruis voor die put,
dan is God begraven. Dan moet hij weer opgegraven worden.
Doordat zij zich opende voor de bron in haar, werd Gods kracht in haar groter en groter,
als mensenliefde, sterker dan onrust en angst, die haar opende voor haar lotgenoten.

“Iets van de liefde, van een echte mensen­liefde, die er in me is,
zal ik proberen uit te stralen, waar ik ook ben”.
“Dit is het enige, wat we in deze tijd kunnen redden en waar het ook op aankomt:
een stukje van jou in onszelf, God,” schrijft zij als de deportaties in volle gang zijn.
En in kracht van die mensenliefde gaat zij vrijwillig naar kamp Westerbork,
die Etty die voorheen zich inkapselde in romantische dromen.
Daar wordt zij ‘het denkende hart van de barak’, zittend naast een huilende vrouw
die ‘s nachts niet kan slapen, de armen om haar heen slaand, haar stil wiegend.
Waar wanhoop mensen isoleert brengt zij liefde die verbindt.
Een wonder van warmte wordt zij voor mensen in de kou.

Mooi: mensen die veranderen. Maar verandert daardoor de wereld; blijft het niet klein?
Daarop geeft Jezus ook antwoord, als hij de menigte aanspreekt,
in aansluiting op zijn woord aan Johannes:
In de wereld die aan het doorbreken is – een wereld naar Gods hart,
niet geregeerd door brute macht maar door menslievendheid die van God komt -,
is zelfs de kleinste groter dan de grootste tot nu toe – groter en invloedrijker
dan Johannes, die met zijn boodschap een massa mensen aantrok!

Maar dat spat bepaald niet van het beeldscherm af!
Het is een verborgen werkelijkheid.
Waar Etty Hillesum het beeld gebruikt van een put diep in ons
gebruikt de Brief van Jacobus, die voor deze Zondag ook op het leesrooster staat,
het beeld van het zaad dat verborgen kiemt in de akker:
Heb geduld, tot de komst van de Heer.
De boer die uitziet naar de vrucht op zijn land,
kan enkel wachten, totdat de winter‑ en voorjaarsre­gens gevallen zijn.
Met andere woorden: vertrouw op wat God in je heeft gezaaid.
De kracht die de wereld verandert zit in ons. Waar anders? Geloof daarin!
Al is het nog verborgen, het is al begonnen; het heeft een geweldige kiemkracht!
Wat in het verborgene groeit komt voor de dag.
Soms – even: niet meer dan een voorproef zal het zijn.
Maar eens komt de grote dag: Dan zullen wij met Hem verschijnen in heerlijkheid.
Dan komt tevoorschijn hoe groot de uitstraling is van wat zo onbeduidend lijkt.

Wij dragen een diep Geheim in ons. In elke communiegang komt het binnen.
De Advent is de tijd om stil te staan bij dat Geheim
en het de kans te geven in ons te groeien en ons van binnen aan te stoten.
Dan worden wij gewekt om open te gaan naar anderen.
“Houd moed, recht de knikkende knieën. De Heer doet wat Hij belooft”
zo roept de profeet in de eerste lezing.
Niet voor niets heet deze Zondag vanouds “Gaudete – verblijdt u”.
Al is er bepaald geen reden tot uitgelatenheid, je kunt wel ‘opgewekt’ leven
en anderen opwekken; een vriendelijk gezicht kan al wonderen doen.