Kappen nou

Overweging van Josephine van Pampus in de viering op de 27e zondag door het jaar (A), 8 oktober 2023.

Lezingen: Jesaja 5,1-7 en Matteüs 21,33-43

Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.
Hier vind je andere overwegingen (en hier de overwegingen tot april 2023).

 

Overweging

Druivenranken moet je koesteren. Zoals je mensen moet koesteren. Je moet ze snoeien, mest geven, opbinden en water geven. Voor een wijngaard moet je zorg dragen, uit liefde voor de vruchten en de wijn, die teken is van verbond van God en mens. De takken van een wijnrank zitten verweven aan de stam; als je ze afscheurt beschadig je de tak én de rank. Pas op! Pas op dat je niet afrukt – of afgerukt wordt. Pas op, voor de wijngaard die je bent, die je gegeven is, waar jij in mag zijn. De wijngaard waarin je groeit, waarin je vrucht mag dragen, een oogst voor de Eeuwige. Pas er op!

De woorden van de profeet Jesaja waren ongetwijfeld gekend bij de omstanders van Jezus. De Eeuwige die zijn land klaar maakte voor de wingerd, maar teleurgesteld merkte dat de wijnranken alleen maar wilde vruchten voortbrachten. Wat hij ook probeerde, tussen de planten – de mensen van Juda – zag hij onrecht, waar hij hoopte op recht. Zag hij verkrachting in plaats van betrachting van recht. De desillusie was te groot – het volk heeft haar kans verspeeld en de Eeuwige sloopt de muurtjes. Daarmee geeft Hij vrij spel aan het kwaad dat met rasse schreden komt. De mensen kennen de geschiedenis. En de omstanders kennen de beelden wanneer Jezus terugkomt op die wijngaard van de Heer. Er was eens een landheer…

Met de destijds bekende gewoonte van zo’n landheer raakt Jezus direct al een sociaal gevoelige snaar van macht en bezit. Grootgrondbezitters woonden vaak elders. Ze stelden pachters aan over hun land en vertrouwden er op dat die pachters goed voor het land zouden zorgen – en de oogst af zouden dragen aan de eigenaar. Dat voelt niet goed. Zij hebben er toch voor gewerkt?

Maar de eigenaar, waar Jezus het over heeft, is uitzonderlijk goed voor zijn wijngaard. Hij omheint het land, graaft een perskuil en plaatst uitkijktorens op de hoeken van het land. Daarmee laat hij precies zien waar het hem om gaat en in alles klinkt Jesaja mee.

De Eeuwige begint in de parabel weer opnieuw. 

De muurtjes zorgen er voor dat de wijngaard niet wordt kaalgevreten en wordt vertrapt. Ze geven de begrenzing, de richtlijnen aan, hoe te leven met de Eeuwige. De perskuil geeft de mogelijkheid om wijn te maken van de druiven, en de wachttorens laten zien: ik wil jullie behoeden en beschermen voor het kwaad dat van buiten komt.

Maar de wachttorens beschermen niet tegen het kwaad dat van binnen groeit…

Wat blijft er van de trouw over als het grote bezit en de macht lonkt?

Het vrije spel dat de pachters denken te hebben groeit met de tijd dat de eigenaar niet verschijnt. Ze eigenen zich de opbrengst zelf toe, slaan de knechten dood en ja, ook de Zoon. Want als de eigenaar sterft zonder erfgenaam krijgt de pachter het land.

Zonder meer hebben de pachters gedacht dat ze binnen waren. Dat niemand hen meer iets kon doen, iets kon maken. Ze hebben zich gevoeld als heer en meester van de wereld, en iedereen die aan die zekerheid knaagde werd eruit gewerkt. Het was hún koninkrijk verworden en ja, dan word je bang als opeens de knechten en de erfgenaam van de eigenaar – die de hoeksteen van de wijngaard is – van zich laten horen om de oogst op te eisen.  

De muurtjes – ooit door de Heer opgebouwd uit liefde voor de wijngaard, voor ons – zijn verworden tot een vesting waar de pachters zich achter verschansen in hun eigen gelijk. Zij bepalen wat gebeurt en wat niet. En vooral voor wie de oogst is bestemd.

De ruimte, de lucht, Gods adem, de Geestkracht van Vuur, kan er niet meer waaien. Verstikt en uitgedoofd, wordt de wijngaard toekomst ontnomen. Het gewas, de wijnranken, de mensheid naar zijn beeld, en de oogst verrot intern door het liefdeloze spel van macht. Het eigen gelijk ontgroeit de visie van de eigenaar, jouw en mijn schepper. In onze tijd: waar de Paus de moed heeft om te vieren met zoveel andere voorgangers van christelijke kerken in Rome… Waar hij de dialoog aan wil gaan in een wereldwijde synode, moeten we goed beseffen hoe ongekend dit is. Hoe krachtig, hoe hoopgevend. Waar je sommigen bisschoppen hoort brommen, dat ze er liever niet zouden willen zijn, is het de dominicaan Timothy Radcliffe die in zijn dagelijkse meditaties een ontroerend warm pleidooi geeft in zijn woorden (en mijn vertaling):

We mogen verdeeld zijn in wat wij hopen voor onze kerk. Maar als we luisteren naar de Eeuwige en naar elkaar, samen willen zoeken naar Zijn Bedoeling met de wereld en de kerk, dan zullen we verenigd worden in de hoop die onze meningsverschillen overstijgt. Dan zullen we geraakt worden in wat Augustinus noemt: schoonheid, wat ben je oud, wat ben je nieuw. Ik wil je kennen, jij raakt me, en ik sta in vuur en vlam voor jouw vrede.

Met het doden van de knechten en de Zoon ontloop je de eigenaar niet.

In de stemmen van de knechten en de Zoon treedt de eigenaar onmisbaar naar voren. Het is Zijn stem, die klinkt in de stemmen van mensen die roepen aan de poort. Bij die muren die te dik zijn om door te dringen. Het is Zijn stem in mensen die roepen om vruchten, om leven, om wijn van het verbond, om de oogst. Het is Zijn in de mensen die hun handen uitstrekken naar ons, de armen, de vluchtelingen, degene die honger heeft, de man die uit zijn land is gejaagd.

Zíj zijn het, die vragen om de vruchten van de aarde, om hun erfdeel waaraan niemand hen deel wil geven. En waar zij stenen krijgen voor brood, waar een kloof tussen arm en rijk met de dag groeit, waar de dood het antwoord is als om leven wordt gesmeekt – daar haalt niet de Eeuwige straks weer het muurtje omver, maar zijn wij het zelf die de wijngaard laat verworden tot een kaalgevreten vlakte met dorens en distels, vernield en platgetrapt.

De wijngaard kwijtraken betekent dat de grond onder jouw voeten weggeslagen wordt. Dat alle voedingsbodem weg is, dat de aarde om in te wortelen weg is. Dan val je om, en stort je in. Dan houd niets je meer overeind. Je wijngaard kwijtraken is God kwijtraken.

Kappen nou, staat er voor op het boekje.

Het was het eerste dat ik kon bedenken toen ik de lezingen las van vandaag. Kap nou met slecht doen, kap nou met moorden, met roddels, met oorlog. Kap nou met je toe-eigenen wat niet van jou is, kap er nou eens mee! De wereld waarin wij leven is soms te bizar voor woorden.

Steeds dóden mensen, wat léven voor hen zou kunnen betekenen.
Vernietigen mensen, wat hen helpen kan.
Kruisigen mensen, wat hen tot de waarheid brengen zou.
En alleen uiteindelijk, als alles kapot is, als er niets meer heel is,
als alles in puin ligt, komt het berouw, worden zij wakker,

worden er twee minuten stilte ingelast, komt het inzicht.

Maar dan zie ik ook mensen die het proberen. Die stenen gaan stapelen, en de grond gaan wieden. Die vechten om recht, he recht betrachten. Die weet hebben van een oogst, weet hebben van een wereld, een wijngaard voor ieder mens. Die zachtjes beginnen te zingen, en harder en harder: woorden van bevrijding zingen: wek uw kracht in ons God! En geloven in de oogst van de hoop.

Amen.

Timothy Radcliffe OP verzorgt een meditatie op de synode.