Zeventig maal zeven

Overweging van Josephine van Pampus in de viering van inkeer, woensdag in de Goede Week, 5 april 2023.

Lezingen: Psalm 103, Matteüs 18,21-22

 

Zeventig maal zeven keer. Tien maal het volle aantal maal zeven.
Zo vaak vergeven als een ander mens jou iets misdoet. Hoe dan?
Is dat niet een beetje teveel gevraagd, lieve God? Mag het wat minder?

Nee dus. Het mag niet minder. Het is tien keer het het getal van de volheid, en dat nóg een keertje maal die volheid van zeven. Meer hoeft niet. Maar minder gaat het ook niet zijn.
Talloze malen – maar niet oneindig. Begrensd in het grenzeloze.
Er wordt veel gevraagd van ons. Teveel?

Wat zal de moeder hierover zeggen die haar kind is verloren omdat een ander het rode licht negeert? Wat zegt het jochie tegen de soldaat die net zijn papa heeft doodgeschoten? En wat zegt het kindje aan de andere kant over de grens tegen die soldaat die zijn vader is? Dág Papa? En ik vergeef het jou wel hoor.

Wat zal ik eigenlijk zeggen tegen degene die mij zo’n pijn heeft gedaan, ooit, eens?
Hoe kom ik over de scherpte, de woede, de pijn?
Wat zeg ik eigenlijk tegen mijzelf, over datgene waarover ik mij kapot schaam, wat ik gedaan heb – of juist heb laten liggen. De dingen waar ik het liefst nooit meer aan denk?

Soms is vergeven een stap te ver.

En toch:

Ieder is geslepen door het leven. Gepolijst, beschaamd en ook ruw gemaakt. Het leven stelt soms teleur, mensen stellen teleur en je stelt zelfs jezelf teleur. Er is woede, angst, argwaan, ontrouw, trots en haat.

Relaties in gezinnen, vrienden, parochianen. Zij daar… Nee hij… en toen heb jij dat gezegd… En toen deed jij dit. Familiediners in de notendop die zich afspelen in je nabijheid. Licht dat we elkaar niet meer gunnen. Krijgt het woord vergeven nog ruimte? Of is het te groot?

Zeggen wij het nog tegen elkaar: kom, je mág weer bij mij. Vrágen wij het eigenlijk nog aan elkaar: geef me alsjeblieft nog een kans, wil je mijn hand weer pakken, wil je me weer aankijken?

Maar ook voor jezelf: zit de schaamte te diep, dat je jezelf niet meer in de ogen durft te kijken?

Je bent de enige niet.

Vergeven is nooit zomaar zeggen: zand erover. Dan wroet en ettert er van alles door. Vergeven is onder ogen zien wat is, en je dan als het ware toevertrouwen aan de ander, aan jezelf, en toevertrouwen aan de Eeuwige. Het is jouw ontferming naar de ander, en omgekeerd. En daarmee raakt het aan het fundament van je bestaan, in je leven, aan je relatie met God.

Wie je bent. Jij als mens, ik. Met al het goede en kwade dat in je zit. Wat het leven vermag.
Nooit is het makkelijk. En soms kan het domweg niet. Is de schade te groot, zijn de kerven die gemaakt zijn te diep.

Maar als het je lukt, dan rolt de steen van je hart. Dan loop je niet meer schichtig langs de muur om de ander te vermijden die al dan niet terecht zo teleurgesteld is in jou.

Vergeven geeft leven. En als je dat kunt, dan kom je tot de volheid van dat leven terug.
Zeventig maal zeven keer. De Eeuwige wacht op jou met haar ontferming.

Voor straks ben je uitgenodigd om naar voren te komen. Om water over handen te laten stromen als teken van nieuw leven, als teken van wat je achter wil laten, af wilt laten wassen, om weer blakend nieuw en bloot te staan in morgenlicht, onstuitbaar vrij, zo nieuw als Gij…

 

Beeld bij 'The Crack', de avond over vergeving en verzoening, op 6 oktober 2022, in het kader van de reeks 'Hoor je mij'.

 

Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.

Andere overwegingen vind je op de pagina 'inspiratie'.
Overwegingen van vóór april 2023 vind je hier