Van oud naar nieuw

Overweging van Anneke Grunder o.p uit de vieringen rond de jaarwisseling. Hier vind je nog meer overwegingen.

Lezingen: Numeri 6,22-27 en Lucas 2,15-21

 

Overweging

Stel u die herders eens voor: ze waken in het donker, wetend dat er zomaar ineens gevaar kan opdoemen voor hun schapen en daarmee ook voor hen: een wolf, een beer, een ander agressief dier, belust op ‘hun’ schapen…

Dat ‘hun’ zegt niets over bezit, vaak zijn de schapen van iemand anders. Het zegt iets over zorgzaamheid en verbondenheid, over weten dat je samen deel bent van het grote geheel van Gods schepping. Zo leven zij in het donker van de nacht, die hen wakker houdt, angstig maakt soms, maar ook alert en open naar wat komen gaat.. Met de koude en de ruigheid van het bestaan in hun lijf waken zij, met een warm hart.

Het zijn mensen zoals wij,  die soms onaangenaam verrast worden door wat onverwacht op ons afkomt. Die zich moeten verhouden tot het donker, tot al het ingrijpende dat zich wereldwijd aandient, maar ook tot wat zich in ons persoonlijk leven voordoet aan verlies van dierbaren, verlies van mogelijkheden aan teleurstelling en vragen.

In die nacht worden de herders, de hoeders van het leven,  opgeschrikt door een licht: de hemel gaat open! Nieuw leven wordt hen aangezegd van Godswege in een kind in een kribbe, een voederbak. beeld van kwetsbaarheid en dienstbaarheid. Dit kind zal voedsel zijn voor de mensen ons tot brood en inspiratie zijn, tot de zegen van de Eeuwige voor de wereld.

De herders verstaan in hun alertheid op wat komen kan, de kunst,  niet alleen het kwade, maar ook het goede te verwachten: ze ontvangen de boodschap van de engel met een open hart voor dit vreugdevolle nieuws. In hun eenvoud verstaan ze  de aankondiging van nieuw leven, van bevrijding. Het zet hen op weg, naar Bethlehem, het ‘broodhuis’, op zoek naar dat kind dat ons tot voedsel en zegen is. Als ze het kind met zijn ouders gevonden hebben  brengt hen dat tot zingen:  Deze stille wakers worden nieuwe mensen, verkondigers van het eerste uur!

En de eerste hoorder is Maria.  Zij ‘hoort’ van de herders wat over haar kind is verkondigd: dat hij bevrijder zal zijn, de gezalfde van Godswege. Ze hoort het tot in haar vezels, ze ontvangt het, net als de herders, met een open hart en koestert het daar als een schat in moeilijke tijden. Vandaag gedenken we haar als moeder, als de moeder van de Messias. en daarmee vooral als onze voorgangster in Godsvertrouwen.

De herders, eenvoudige moedige mensen, Maria, een jonge vrouw, haast een meisje nog, zij ontvangen de boodschap van hoop en openen hun hart daarvoor. Ze gaan ons voor het nieuwe jaar in.

We zijn ook maar kleine mensen, net als zij. Ook wij stappen een nieuw jaar in Nee, het zal geen onbezorgd jaar worden. Wereldwijd staan we bloot aan onvoorspelbaar machtsmisbruik, aan de waan van de vrije markt en uitbuiting van de aarde. Dat raakt ook ons privéleven, financieel en sociaal. De woorden ‘hoeden’ en ‘herderschap’ schreeuwen om aandacht. Daarom is het goed te  beseffen  dat we  net als de herders, die de nacht verduren ons hart mogen openen voor het licht  dat uit de hemel neerdaalt.

Anders gezegd:  alleen wie het donker onder ogen durft te zien is in staat open te staan voor het wonder van het licht voor al het goede dat op veel manieren aan ons geschonken wordt, vaak langs onverwachte wegen. Het zijn de momenten waarop we in staat zijn te ontvangen wat anderen ons aan liefde, troost en zorg aanreiken. De momenten ook waarop we blijdschap ervaren om de geboorte van nieuw leven, de liefde van twee mensen, de dapperheid en moed van mensen die het te verduren krijgen. De momenten ook waarop we er voor anderen kunnen zijn. Het zijn de momenten waarop we het leven delen als brood,  zoals het kind in de kribbe ons voorleeft..

We leren het ook van kleine kinderen  zoals van het jongetje van twee en een half dat zijn liefste speelgoed deelt met zijn zusje van vier maanden en haar ijverig vertelt wat ze er mee kan doen. Kortom, het zijn de momenten waarop  voor ons de hemel opengaat, en in de nacht heil en vreugde in ons wordt geboren, en wij  in het donker dragers van licht kunnen worden

Zo is er in de storm van het leven beschutting en zegen. De zegen die de Eeuwige ons schenken wil. in verdriet en vreugde  wil Gods licht ons beschijnen en ons met mildheid verwarmen. Moge hij zijn aangezicht naar on toewenden, Hij die er zijn zal. Dat wij vol vertrouwen de weg naar toekomst gaan, aan zijn hand, die ons geleiden zal naar vrede.

 

Anneke Grunder OP

 

Govert Flink, Aankondiging aan de herders (1639)