Stilte in de storm

Overweging van Anneke Grunder o.p. in de viering van 13 augustus 2023.

Lezingen: 1 Koningen 19,8-13a en Matteüs 14,22-33

Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.
Hier vind je andere overwegingen (en hier de overwegingen tot april 2023).

Overweging

Beste mensen, lieve broeders en zusters,

We leven in een tijd waarin er veel van mensen wordt gevraagd. De inzet die we moeten leveren in ons werk is vaak erg groot en altijd beschikbaar zijn wordt steeds vaker gevraagd. Vooral jongeren gaan gebukt onder grote prestatiedruk.

De brede crisis waarin we leven vraagt het nodige van ons, praktisch en emotioneel.

In ons persoonlijk leven kan ook van alles spelen wat inzet en aandacht van ons vraagt, wat verdriet kost ook.

Een periode van relatieve rust tijdens de zomermaanden is voor velen dan ook meer dan welkom. Even los zijn van alle verplichtingen, een pas op de plaats maken, ontspannen, om energie op te doen voor een nieuw seizoen.

Soms kun je jezelf dan stevig tegenkomen: dan kunnen de dingen die je moest incasseren of verdragen als kleine monsters voor je opdoemen en dringt zich de vraag aan je op hoe je verder moet.

De profeet Elia zit in zo’n situatie. In heel moeilijke omstandigheden zelfs. Hij is als profeet opgekomen voor de weg van onze God, tegen de god Baäl, de vertegenwoordiger van het kwaad. Daarom is hij vogelvrij verklaard door koningin Izebel. Hij is op de vlucht want hij is zijn leven nu niet meer zeker. In een nacht is hij onder een doornstruik gaan liggen in de hoop niet meer wakker te worden. Maar een engel van God wekte hem en gaf hem wateren eten om aan te sterken en zijn weg te vervolgen. Maar dat alles neemt zijn angst niet weg en ook niet de vraag naar de zin van dit alles. En het antwoord op de vraag wat hem te doen staat is ver te zoeken. Maar hij gaat op weg, en loopt veertig dagen en nachten, een pelgrimstocht.

Zo komt hij bij de Horeb, de berg van God, De plaats waar velen voor hem God hebben ontmoet. Je kunt het in onze tijd vergelijken met een kerk. Niet voor niets is de kerk een schuilplaats, een vrijplaats,  voor asielzoekers bv.

Daar gaat hij een grot binnen om de nacht door te brengen. Dat kun je letterlijk verstaan, maar ook beeldend:

Hij gaat daar de confrontatie aan met zijn nacht, zijn angst, zijn niet weten hoe verder. In die ontmoeting met zichzelf ontmoet hij de Eeuwige. Hem klaagt hij zijn nood: ‘ik heb me ingezet voor uw weg van gerechtigheid en het leidde tot niets. Het kwaad is sterker. Het doodt iedereen die daar tegenin gaat’.

Wie kent bij vlagen niet die machteloosheid, dat verdriet dat oprechte inzet niets uitricht, eerder slachtoffers lijkt te maken. Dat gebeurt in het klein, in onze kring en in de grote wereldpolitiek, waar het kwaad zich groot kan maken.

De Eeuwige reageert op een bijzondere manier: Hij komt niet bij Elia binnen, Hij roept hem en in hem ons naar buiten. Hij wil ons midden in het leven zien staan, daar waar de storm raast en dingen vernielt. Daar waar ons leven op zijn grondvesten kan staan schudden.

God is daar dichtbij, zegt de tekst, maar hij maakt van die kracht en hardheid geen deel uit. ‘Laat de storm in je hart maar razen’, lijkt Hij te zeggen. ‘Die trekt echt voorbij’.

Daarna, als alle woede is geleefd, het vuur van verzet is gedoofd, wordt het leeg en stil in je binnenste.

In die stilte, die leegte verschijnt God, als een zachte bries, als een tedere aanraking van je diepste wezen.

Het verbond van stilte en zachtheid,  daar kan geen storm tegenop. Elia kan verder.

Ook het evangelie vertelt van de kracht van de verstilling. We lezen er zo makkelijk overheen: Jezus zond zijn leerlingen vooruit en ging de berg op om in afzondering te bidden. hij zoekt de eenzaamheid op, ervaart de nacht, niet alleen in de natuur, maar ook in zijn eigen hart, want Herodes ziet hem aan voor Johannes die hij liet doden, Herodes denkt nu dat Johannes uit de dood zou zijn opgestaan.

Het stormt daarom in het leven van Jezus  en in dat van zijn leerlingen. Daarom zoekt Jezus de verstilling, de ontmoeting met zijn Vader en in die stille aanbidding door hem aangeraakt, komt hij thuis.

Rust en vertrouwen zijn terug.  Hij durft de deining van het leven weer aan.

En dat is nodig ook,  want de leerlingen vechten intussen tegen de storm. Wetend van het donker loopt hij ze tegemoet over het levenswater.

De leerlingen schrikken: voor hen doet hij het onmogelijke. Maar bij Petrus begint het te dagen dat we het leven ook in moeilijke omstandigheden aan kunnen. Hij laat zich uitnodigen om hem tegemoet te lopen, maar schrikt nog als hij de tegenwind voelt. Hij zakt weg maar wordt door Jezus gegrepen.  Hij staat stevig in de golven en trekt hem omhoog.

En dan klinkt er maar een vraag: ‘waarom heb je getwijfeld. Dat is niet nodig, het leven zal je dragen’.

Wij worden gedragen! In goede én in slechte tijden.Wat er ook gebeurt.

Dat we de moed hebben pijn te doorvoelen en te verstillen. Dat wens ik ons allen in deze zomertijd toe.

Dat we het leven aandurven en aangaan In het vertrouwen dat de Eeuwige met ons gaat, niet in groot vertoon van macht buiten ons, maar in de stilte in ons hart, een zachte bries,  een tedere aanraking die ons doet beseffen dat liefde kracht schenkt en tot veel in staat is.


Jezus loopt op het water, Armeens manuscript, 1433.