Onder ogen zien - Gezegend

Overweging van Corinne van Nistelrooij OP op de 4e zondag van de 40dagentijd, 10 maart 2024

Lezingen: 1 Samuel 16, 1b.6-7.10-13a en Marcus 8, 34-38

Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.

Hier vind je andere overwegingen (en hier de overwegingen tot april 2023).

 

Opening

Ik wil je genezen – zegt God.
Ik wil je ogen openen
opdat je weer ziet waar het om gaat.

Ik wil je ‘nieuw’ maken
en je ‘nieuw leven’ laten vinden.
Maar wil jij dat wel?

Durf je in te zien
dat je op bepaalde punten in je leven
nog blind bent,
dat je een aantal dingen liever niet ziet?

En durf je dan ook op pad te gaan
om gezonden te worden
in mijn naam en met mijn hart?

Ga maar,
Ik ga met je mee – zegt God –
op zoek naar nieuwe ontmoetingen
en naar nieuw licht in je ogen.

 

OVERWEGING

We kijken in deze veertigdagentijd, aan de hand van de Bijbelse lezingen, naar onszelf, als gelovige mensen in de woelige wereld van vandaag de dag. En als ik dat doe dan zie ik mezelf afgelopen week bij m’n ontbijt en ik lees de krant. Er stond een foto op de voorpagina: een kluwen van Palestijnse kinderen in Gaza die allemaal met lege pannen in hun handen hun armen uitstrekken en elkaar bijna ondersteboven duwen, wachtend en smekend om eten dat aangeleverd wordt door een hulpkonvooi.

En op de volgende pagina lees ik dat terwijl de blik van de wereld gericht is op Gaza en Oekraïne de Verenigde Naties melden dat in Soedan 18 miljoen mensen op het punt staan in acute hongersnood te raken. Daar is de grootste voedselcrisis ter wereld gaande. Ondertussen eet ik mijn yoghurt met muesli, met knapperige stukjes appel en wat extra lekkere zaden. M’n man zet een versgeperst glas sinaasappelsap voor me neer. Op zo’n moment schaam ik me voor onze welvaart. Schaam ik me er voor dat we als mensheid met al onze mogelijkheden en capaciteiten de ongelijkheid in de wereld niet kunnen opheffen. En tegelijkertijd voel ik me gezegend dat ik het zo goed heb.

Wat ziet u als u deze dagen naar uzelf kijkt? Voelt u zich gezegend? En waarmee ben je dan gezegend? Ben je gezegend met talenten, met een warm huis, met lieve familie of vrienden, met gezondheid, met verse groenten op je bord? Tel je zegeningen, zeggen ze wel eens. Doe dat straks maar es, in de stilte. Tel je zegeningen maar.

En zegt u het ook wel eens tegen anderen? Ik voel me gezegend met jou. Zegenen, benedicere, betekent: goed zeggen. Zeg je wel eens: ik voel me gezegend met jou. Ik voel me gezegend omdat ik met jou zo lachen kan. Ik voel me gezegend omdat ik met jou oud mag worden. Ik voel me gezegend met zo’n goede vriendin als jij.

Samuel, de profeet gaat op zoek naar iemand die hij kan zegenen, tot koning kan zalven. Hij gaat naar Isaï, in Bethlehem. Isai, de stamvader, is een man van God. De trotse Isaí stelt de profeet zijn zeven zonen voor en traditioneel valt alle aandacht op de oudste, de rijzige gestalte van Eliab. Maar hij, noch zijn zes broers zijn de uitverkorenen. “Want God ziet niet zoals een mens ziet; een mens kijkt naar het uiterlijk, maar de Heer naar het hart”. Zo wordt uiteindelijk David gehaald, de jongste, de schaapsherder, de geitenhoeder met rossig haar en sprekende ogen.

Ik weet het niet, maar ik denk dat die sprekende ogen het ‘m gedaan hebben. Ogen die spreken! Ja iemand met zulke ogen, die zalf je tot koning. Ogen die het verschil weten tussen kijken en zien. En daarover kunnen spreken!
Zien… en kijken….; het eerst klinkt anders dan het tweede. Bij zien gaat het om ontwaren, ontdekken. Terwijl het bij kijken om meer iets actief gaat. Zien is vooral geraakt worden door iets. Zoals je in de voorbijzeilende wolken soms ineens een schip kunt zien of een zwaan. En als je dat eenmaal gezien hebt, blijf je maar kijken. Want kijken is eerder een kwestie van iets in het vizier krijgen, iets goed beschouwen.

De Eeuwige ziet met het hart. De Eeuwige kijkt niet, maar ziet. Zien gaat gepaard met openheid, met ruimte voor wat zich aandient. En dat zijn gezegende momenten.
Wie zijn leven wil behouden, zal het verliezen, zo hoorden we. Wie krampachtig vasthoudt aan vastgeroeste ideeën, aan dat wat ooit was, die verstart en verstokt.
De dominicaan Meister Eckhart zegt daar iets moois over:

Jouw opengaan en Gods binnentreden
zijn één en hetzelfde moment”.

Als je je eigen vooropgezette beelden en ideeën los laat, kan Gods werkelijkheid zich laten zien zoals zij is. Die werkelijkheid kan prachtig zijn, ontroerend, maar ook saai, heftig, pijnlijk. Want we leven niet in een wolkeloze hemel. Er is veel gaande in de wereld en onze omstandigheden kunnen van de ene dag op de andere omslaan.
En kun je je dan nog gezegend voelen? In eentonige alledaagsheid, in verdriet, in eenzaamheid? Kun je je, als het tegenzit, gedragen voelen door Gods liefde? En hoe doe je dat dan? Moet je dan je ellende vergeten? Je rug rechten en je tranen opschorten?

Nee, ik denk het niet. De kern van ons geloof is juist dat als we opengaan voor de realiteit, als we onze zorgen en pijn én die van elkaar, werkelijk kunnen zien (en er niet alleen naar kijken!), dat we dan doordrongen worden met de Geest van de Eeuwige.
Zo verging het David toen hij werd weggeroepen werd van het land en overvallen werd met iets dat hij nooit gedacht had te zullen zijn. En zo zal ons gebeuren. Ons opengaan voor de werkelijkheid en Gods binnentreden zijn één en hetzelfde moment.

We zijn halverwege de 40dagentijd, die wordt ook wel de lijdenstijd genoemd. We komen steeds dichter bij het lijden van Christus. En het is goed om het leed om ons heen en in de wereld, werkelijk aan te zien én te geloven dat in dat zien, God met ons meegaat en ons zenden zal naar wat ons te doen staat.

Ik begon deze viering met een gedicht waarin God zegt dat hij ons de ogen wil openen opdat we weer zien waar het om gaat. Hij wil ons nieuw leven laten vinden, nieuw licht in onze ogen.
Hoe gezegend zijn wij daarmee!