Elke haar telt voor mij

Overweging van Jozef Essing OP in de viering van 25 juni 2023.

Lezingen: Jeremia 20,10-13 en Matteüs 10,26-33

 

Enkele flitsen uit het journaal.

Een raket slaat in in een Oekraïense stad en het zoveelste flatgebouw staat er zwartgeblakerd bij.
Een afgeladen migrantenboot is zichtbaar in nood; de kustwacht ziet toe en na enkele dagen is de ramp die niet had moeten gebeuren vergeten.
De belastingdienst laat computers uitmaken of je mogelijk fraudeur bent, zonder naar de betrokkenen zelf te kijken.

Wat je ziet is soms verbijsterend:
in wat voor wereld zijn we terecht gekomen?
Bruut geweld, blindheid voor mensen die in het geding zijn, wegkijken:
het zijn geen incidenten; ze gaan gewoon hun goddeloze gang.
Woede en onmacht wisselen elkaar af als je dit meemaakt.

De woorden die Jezus tot zijn leerlingen spreekt, komen dan dichtbij:
‘Zie, ik zend jullie als schapen tussen de wolven’.

De wereld ís wolfachtig. Hij en zijn leerlingen merken dat maar al te goed. Hij is gekomen om mensen innerlijk vrij te maken, maar dat roept weerstand op; het vraagt van je om los te komen van wat gewoon geworden is, van gevestigde belangen.

Wie dit promoot wordt een lastpost, zoals Jeremia ondervond.

Is het geen onbegonnen werk om je in te spannen voor verandering?
Is het niet wijzer om de strategie te volgen van de slak en de schildpad: je terugtrekken in je eigen huisje, je eigen vertrouwde kring?

Wat heeft het voor zin om je voortdurend machteloos te voelen?

Onze Meester heeft een ander voorstel:
‘Wees niet bang om openlijk de boodschap naar buiten te brengen die men wil toedekken en de mond snoeren. Elk haar op je hoofd telt voor mij en mijn Vader.’

Daarmee geeft Hij aan hoe Hij en de Vader naar ons kijken: wij zijn kostbaar in hun ogen.

Hoe moeten we ons dit voorstellen?

Enkele jaren geleden keken wij broeders in dit klooster vol aandacht naar de kleine Franka en Kilian, die in onze huiskamer hun eerste kleine wankele stapjes zetten. We keken niet als een jury die de meetlat hanteert. Dat kleine en wankelende was niet onbeduidend maar juist kostbaar, want we zagen de potentie ervan, het uitkomen van pril leven. Voor de kleintjes werkte het als een stimulans om tevoorschijn te komen. Het was of wij hen tevoorschijn keken.

Zo – mogen we ons voorstellen – kijkt God naar ons.

We kunnen ook denken aan het liefdesverbond tussen twee mensen die elkaar gevonden hebben en elkaar na jaren nog steeds vinden. Op zijn best is het de tederheid die het kostbare ziet in het kwetsbare en zo de ander tevoorschijn kijkt.

Zo versta ik ook de aandacht die uitgaat van Jezus; en van zijn Vader. Hij ziet de potentie die in ieder steekt, hij laat óns, met vallen en opstaan, de stapjes zetten. Hij kijkt je kracht tevoorschijn. Hij roept ons kunnen op.

‘Ga open’. ‘Sta op’. ‘Kom uit’.

Hij wil niet de dominante krachtfiguur zijn, maar trekt zich terug om de Geest die in hem was in ons te laten werken. Dat is het beeld van God dat Jezus laat zien.

Jammer dat de gangbare voorstelling van God een andere is: een almachtige bewaker, die mij niet aanmoedigt míjn weg te zoeken, maar controleert of ik het pad volg dat híj heeft vastgelegd.

God is ‘uitnodigend kijken’. Hij is een en al “Kom tevoorschijn”. Maar dit besef komt niet zomaar aangewaaid. Het vraagt oefening. Juist daarom komen wij hier samen. Natuurlijk ook om elkaar te zien en te groeten. Maar als het daarbij blijft, missen we de kern.

De Duitse taal heeft een mooi woord voor bidden en vieren: Andacht - een oefening in aandacht voor hoe God aandacht heeft voor ons.

Wat is bidden anders dan wat de pastoor van Ars hoorde van de boer die dagelijks uren stil in de kerk zat: Ik kijk naar le bon Dieu en le bon Dieu kijkt naar mij.

Bidden en vieren is allereerst: God naar je laten kijken. Geloof in de kracht van die liefdevolle aandacht moet geoefend worden - wat zijn kloosters anders dan oefenscholen in die aandacht. Aandacht is de sleutel die toegang geeft tot het geheim van het leven.

Ik zie dit uitgebeeld in het verhaal van Petrus, die hals over kop overboord gesprongen is om naar Jezus toe te gaan. Het gaat mis zodra hij niet meer naar zijn meester kijkt maar naar de golven die op hem afkomen en naar zijn eigen kunnen.

De kracht van liefde die jou echt ziet werkt alleen, wanneer je je daardoor voortdurend láát aankijken.


Jezus en Petrus op het water, uit een Armeens manuscript (1433)

 

Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.

Andere overwegingen vind je op de pagina 'inspiratie'.
Overwegingen van vóór april 2023 vind je hier