Delen in het verbond

Overweging van Jan Groot op de Derde zondag van de Advent (B), 17 december 2023.

Lezingen: Genesis 17,15-27 en Johannes 1,6-8.19-28

Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.

Hier vind je andere overwegingen (en hier de overwegingen tot april 2023).

 

ADVENT

In onze onrustige wereld van vandaag worden vele mensen uit hun vertrouwde omgeving verjaagd. Oorlog, geweld en armoede maken dat mensen tegen elkaar worden uitgespeeld. In vrede samenleven lijkt onmogelijk en oplossingen ver weg.
De Advent voedt ons verlangen naar een nieuw begin, naar toekomst. En herbergt de verwachting van de komende Messias in zich; een Licht dat neerdaalt en mensen thuis brengt bij elkaar.

In deze Advent lezen we in het boek Genesis over aartsvader Abram, zijn vrouw Sarai en de slavin Hagar. Er worden twee zonen geboren: Ismaël en Isaak. Twee broers die een verschillende rol spelen in de geschiedenis van God met de mensen. Hoe pakt dit uit? De praktijk is weerbarstig en herkenbaar. Maar er is ook sprake van zegen.

VERKONDIGING

Misschien heb je het gezien, of ervan gehoord:
die bijzondere ontmoeting
tussen de oude rabbijn Awraham Soetendorp
en de jongerenimam Shamier Madhar.
Ze spraken elkaar op de TV
bij het programma Buitenhof, zondag 29 oktober,
drie weken na de gruwelen op de grens van Israël en Gaza.
Ze waren er vanwege ‘de week van respect’,
en zochten samen naar hoop en verbinding,
tegen de achtergrond van de actualiteit van toen,
die nog steeds aanhoudt...
Er was heel indrukwekkend:
een stevige handdruk, veel warmte over-en-weer,
en een herhaald: ‘wij zijn familie’.
Dat is fundamenteel, en gaat dieper
dan alle extremistisch geweld, godsdienstig of niet.

Wij zijn familie’,
dat komt uit de Genesisverhalen die we in deze Advent lezen.
Abraham is de vader van twee zonen:
van Ismaël, de oudste,
de stamvader van de twaalf Arabische stammen
en groot profeet in de Islam,
en van zijn halfbroer Isaak, de vader van Jacob,
de vader van de twaalf stammen van het oude Israël.
En wij, christenen, met onze Joodse oorsprong en herkomst,
horen ook bij die Abraham-familie!
Maar …… eenvoudig zijn die familieverhoudingen niet.
We hoorden in de eerste lezing, laten we er eens goed naar kijken.

Abraham heeft dan wel een zoon gekregen
bij de slavin Hagar: zijn oudste, Ismaël,
maar belóófd is een zoon bij zijn vrouw, bij Sarai.
Nu, na vele jaren, herhaalt God die belofte,
er komt zelfs een ontelbaar nageslacht van.
Maar Gods belofte ontlokt bij Abraham
alleen maar een bittere lach:
dat kan niet meer,
daar zijn Sara en hij gewoon veel te oud voor.

Ik zou al gelukkig zijn’, zegt Abraham dan tegen God,
als Ismaël onder uw bescherming mocht  staan’.

Nee, zegt God, mijn verbond gaat verder
met een zoon van Sarai, Isaak moet hij heten,
- hij wordt volgend jaar geboren - ;
met hém gaat het verder,
en níet met Ismaël,
al zal er ook uit hém een groot nageslacht voortkomen.
Zo zit dat, zo liggen de verhoudingen, dat moet duidelijk zijn.
Maar dan gaat het verhaal toch nog heel bijzonder door:
nog diezelfde dag worden Abraham en Ismaël besneden,
en ook alle andere mannen in Abrahams huis.
Besnijdenis! 
Het is de drastische ingreep
waarmee je iets bijzonders en onherroepelijks uitdrukt:
delen in het verbond met God.
Ismaël is dan wel niet nummer één, dat zal Isaak zijn,
maar hij deelt wel degelijk in het verbond met God,
en is daarmee op een extra bijzondere manier
verbonden met God, én met zijn vader Abraham,
en straks met zijn broer Isaak, door zijn besnijdenis!

Ik heb het verhaal zo uitgebreid naverteld
omdat het - qua familieverhoudingen –
nauw luistert tussen Ismaël en Isaak,
én tussen Islam en Jodendom, dat is altijd zo geweest.
Weet wel: het verhaal is partijdig, het komt uit de joodse bijbel;
daar leeft sterk het idee van de bijzondere roeping,
de uitverkiezing van het joodse volk
door de ‘God van Abraham, Isaak en Jacob’.
Maar je uitverkoren weten is altijd een heel riskant besef,
en al helemaal als het een godsdienstige lading krijgt.
Als je het exclusief gaat opvatten, 
– wij alleen zijn de ware kinderen van God, of ‘wij zijn de ware kerk’ –
dan doe je aan zelfverheffing en sluit je anderen uit.
Dat kan en mág de bedoeling niet zijn.
Isaak en Ismaël zijn en blijven broers,
de rabbijn en de imam zijn familie,
met alle verbinding en respect van dien.
Ik vind als gelovige dan ook schokkend
dat er in ons land mensen zijn
die de Islam, moskeeën en Islamitische scholen,
uit Nederland weg wil hebben.
Een wereldgodsdienst kun je niet afrekenen
op het geweld en het gedachtegoed van extremisten;
ook christendom en Jodendom schreven en schrijven
zwarte bladzijden met geweld, de eeuwen door, en nog altijd.

Blijft ondertussen altijd staan: wij zijn familie!
Wat mooi trouwens dat we in het klein, hier in de stad, al jaren
speciale familiebijeenkomsten hebben:
joden, moslims en christenen,-  synagoge, moskee en kerk -,
ontmoeten elkaar in het kader van SLAG Zwolle
(Samen Leven Anders Geloven).
Zondagavond 7 januari gebeurt het weer, dit keer in de Oosterkerk.

Het raakt me hoe sprekend deze oude verhalen kunnen zijn
in de donkere tijden waarin we leven,
en dan met name gezien de oorlog in Gaza.
Het vele donker, soms ook heel dichtbij huis,
heeft - bij ons van binnen - licht nodig, de vlam van de hoop.

Ik moet hierbij denken aan bijzondere woorden van J.S. Bach.
Op een dag komt hij terug thuis in Leipzig bij zijn gezin.
Hij is voor zijn werk maanden weggeweest.
Tot zijn diepe verdriet blijken in de tussentijd
zijn vrouw en twee van zijn dochters te zijn overleden.
Hij verzucht dan, het is haast een gebed:

Mijn God, als ik nu
mijn vreugde maar niet verlies’.

‘Vreugde’ is iets heel bijzonders.
Het is iets anders dan een fijn gevoel, feestelijke gezelligheid,
het gaat veel dieper dan glitter-happiness .

Ik hoor vandaag vooral zeggen:
bewaar, met alle mensen van goede wil,
het vertrouwen op tòch licht in het donker;
bewaar samen de vreugde die de Advent ons
brengt in de komst en de persoon van Jezus.
Na Jezus’ geboorte zal de engel tegen de herders zeggen:

‘ik verkondig jullie een overgrote vreugde,
 die voor iedereen bestemd is’.

Laten we de vreugde niet verliezen!