Bevrijding ervaren

Overweging van Corinne van Nistelrooij OP op de 3e zondag van Pasen,
27 april 2025

Lezingen: Handelingen 5, 27b-32; 40b-41 en Johannes 21, 1 - 14

Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.

Hier vind je andere overwegingen (en hier de overwegingen tot april 2023).

Overweging

Nederland is een vrij land. We leven in vrijheid. Morgen op 5 mei vieren we dat het 80 jaar geleden is dat we bevrijd zijn. De vlag gaat ervoor uit, en terecht! Vrijheid is kostbaar. Er is ook hard voor gevochten. Daar staan we vanavond bij stil, bij de dodenherdenking. Een moment waarop we alle slachtoffers van de tweede wereldoorlog gedenken. En wellicht herdenken we in ons hart ook slachtoffers van andere oorlogen, wereldwijd.

Hier vanmorgen lezen we hoe Jezus aan zijn leerlingen verschijnt. Op een dag als vandaag vraagt het thema bevrijding als vanzelf om doordenking en gelovige bezinning. Want wat betekent het dat we kerk zijn, 80 jaar na een gruwelijke oorlog, die niet alleen ons eigen land verscheurde, maar waar miljoenen mensen koelbloedig zijn vermoord? Spreken over God is na Auschwitz allerminst vanzelfsprekend gebleken. Moeten we er dan maar het zwijgen toe doen?  Of is dat een te makkelijke oplossing? Ik waag een bescheiden poging  om het verhaal van de verschijning van Jezus te verbinden aan deze dag, het moment vanavond waarop we slachtoffers herdenken en waarop we ons realiseren dat vrijheid in het geding is en dat deze aarde nog lang geen rijk van vrede blijkt te zijn.

Ik begin eerst bij het evangelie.
Nadat de leerlingen van Jezus het graf leeg hadden aangetroffen keerden zij vanuit Jeruzalem terug naar het noorden, naar het meer van Galilea. Petrus neemt de leiding en hij besluit te gaan vissen.
Wat kunnen ze anders doen, na het heengaan van Jezus, dan weer, zover als dat lukt, het gewone leven oppakken? De anderen gaan met Petrus mee, de boot in. Het is nacht, de meest geschikte tijd om te vissen. In die donkerte en duisternis is Jezus niet te vinden maar als het licht wordt is Hij er voor hen. Want als de vissers in de vroege morgen terugkeren, en als blijkt dat ze niets gevangen hebben, dan staat Hij daar op het strand te wachten. Niemand herkent hem.

“Hebben jullie soms iets te eten?”, horen de vissers. Ja, goeie vraag! Is er nog iets in al die donkerte dat hen voedt, is er iets om van te leven? “Gooi het over een andere boeg”, roept de man op de oever hen toe. Kijk verder dan die droevige gedachten van jezelf, lijkt Hij te willen zeggen. De andere boeg is vertrouwen in het Hogere, is eerbied voor het geheim dat zoveel groter is dan wijzelf. Laat je eigen verstarde opvattingen toch links liggen open je blik voor dát wat er aan de andere kant zich aandient.
En ja, als de vissers dát doen, vangen ze volop.De andere kant, ruimte voor een andere blik… Wat zou dat voor jouw gedachten en opvattingen betekenen? Hier, vandaag, of afgelopen week. En wat zou dat betekenen voor je naasten?
Die andere kant, die heeft denk ik, iets met God te maken. Die kant die je kunt leren kennen als je je openstelt; in stilte alleen, of juist in contact met anderen. Als je naar elkaar luistert, in gesprek blijft, met elkaar begaan blijft. Die andere kant komt tot leven als je je laat raken. In het licht van 4 mei zou ik willen zeggen; als je de schreeuw van de gevallenen tot je laat doordringen. Als je beseft dat een ander overheersen, monddood maken, nooit een oplossing is

Voor Johannes, die de geliefde leerling wordt genoemd, is de grote visvangst een aanwijzing dat de man op de oever Jezus moet zijn. Hoewel Simon Petrus de initiatiefnemer van het verhaal leek, is de hoofdrol toch voor Johannes weggelegd. Hij herkende immers de uitspraken van de man op de oever, als die van Jezus. En Johannes realiseert zich dat als je het roer omgooit, als je jezelf los laat, en je omdraait naar de andere kant, daar heel wat te halen is. Het lijkt alsof Petrus hier een lesje wordt geleerd. Alsof óns een les gegeven wordt. Want al leven wij in vrijheid, ook wij vissen achter het net als we ons niets laten gezeggen, als we star vasthouden aan opvattingen waarin we een ander geen ruimte gunnen.
Wat ik mooi vind aan het verhaal is dat Jezus daar verschijnt als een gewone man. Hij is geen bovenmenselijke verschijning, geen geest of spook, maar hij is juist in zijn gewone alledaagsheid heel dichtbij.

In het evangelieverhaal is er die ochtend veel vis gevangen, 153 vissen. Dat de netten ondanks de enorme hoeveelheid vissen niet scheuren moge een wonder heten. Blijkbaar moeten alle 153 binnen gehaald worden, mag er niets verloren gaan. Heel de verscheidenheid aan vissen, met alle verschillen, hoe groot en afwijkend ook, allen zijn het waard om aan land gebracht te worden. Allen dragen aan bij aan het vredesmaal dat daar op de oever aangericht wordt. Alleen dan wordt de opstanding met recht gevierd.
Ik moet denken aan het feit dat de eerste christenen, verscholen in schuilkelders, het teken van een vis krasten in de muren van de catacomben. Een visje als geheim teken van de Messias, de zoon van God, de redder. Waar zij hun brood braken en hun maaltijd met elkaar deelden, wisten ze: hier is Hij aanwezig. Hier in dit bevrijdende delen van pijn en verdriet, hier waar plaats is voor allen, hier is het koninkrijk van God al zichtbaar.

Wij gedenken vanavond alle slachtoffers die stierven voor onze vrijheid. En morgen vieren we de vrijheid, die we nu 80 jaar in ons land mogen ervaren. Dat is een groot goed want we voelen allemaal dat op sommige momenten, en zeker door de machtigen der aarde, belangrijke waarden met voeten getreden worden.
Wellicht willen we vandaag, naast alle respect voor de vele slachtoffers uit de tweede oorlog, ook stilstaan bij onvrijheid elders in de wereld. Al hebben we het gevoel te klein te zijn om iets te kunnen bijdragen, door de vlag halfstok te hangen en 2 minuten stil te zijn geef je ook blijk van respect voor datgene waarvoor vele soldaten stierven; een land in vrijheid, democratisch gedachtengoed, een vrije rechtstaat. Twee minuten, als een stil protest tegen oorlog.
Vrijheid is niet alleen iets van internationale helden, vrijheid is van ons allemaal.  Zowel ver weg, in oorlog en vredesmissies, als dichtbij in onze families, in de straat of op het werk kunnen we bouwen aan Gods woning. Daar is ook zuiver contact met onszelf voor nodig. Want bevrijding ervaren heeft te maken met inzicht, met vergeving. Vrede hebben met dat wat ís. En zo loskomen van alles in onszelf wat ons dwingt om aan die ene kant te blijven vissen.

De Man op de oever nodigt ons uit om in alle vrijheid bij de maaltijd van brood en vis aanwezig te zijn; om bevrijding te ervaren! Om met elkaar te bouwen aan zijn verrijzenis. In het licht van vandaag en morgen wil dat zeggen dat Hij ons vraagt te blijven bouwen aan de vrede. Daarvoor hoeven we trouwens echt niet naar het meer van Galilea, ik geloof vast en zeker; bouwen aan vrede kan ook hier!
Laten we daar in de stilte over mijmeren: Hoe kun jij een mens van vrede zijn?