Aswoensdag

Overweging van Corinne van Nistelrooij op Aswoensdag, 14 februari 2024.

Lezingen: Joël 2,12-18 en Matteüs 6,1-6.16-18

Lees of print je de overweging liever als PDF? Die vind je hier.

Hier vind je andere overwegingen (en hier de overwegingen tot april 2023).

Opening

Aswoensdag, eerste dag van de 40dagentijd. Tijd van inkeer en stilte. De kale bomen zien, buiten in de natuur en ook de kale bomen in ons hart. Geloven dat er leven stroomt en opnieuw groeien zal: tussen hemel en aarde, tussen mens en mens.

We worden aan het begin van de 40dagentijd met onze voeten op de grond gezet. Niet om ons klein te maken, maar om ons ‘te aarden’. We kunnen van alles denken en willen, maar stof zijn we.

Vanavond worden we uitgenodigd om uit onze as op te rijzen, om onszelf opnieuw stevig te wortelen en dat nog wel op de 14e februari, Valentijnsdag. De dag van de liefde! Wetend dat we sterfelijk zijn geeft juist de liefde kracht. Want de dood legt liefde bloot….

Laten we maar beginnen, de 40 dagen tegemoet.

Overweging

Bijna net zo oud als het Paasfeest zelf is de aandacht voor de voorbereiding daarop in de veertig dagen voor Pasen. Eigenlijk omvat de vastenperiode 46 dagen, maar in die periode zijn er 6 zondagen, en dan hoeft er niet gevast te worden. Zodoende: 40dagentijd!

Het getal veertig roept een aantal Bijbelverhalen in onze herinnering. De belangrijkste daarvan zijn toch wel: het verhaal over het volk Israël, dat veertig jaar lang op weg was naar het beloofde land en de veertig dagen waarin Jezus zich op zijn roeping voorbereidde in de woestijn. Beiden zijn perioden van afzien, doorzetten en inkeer.

Vandaag beginnen we ónze 40dagentijd. Veertig dagen krijgen we de tijd om ons voor te bereiden op het paasfeest. Daarbij geeft de Schrift een richtlijn hoe dat te doen: de profeet Joël laat ons horen hoe de Eeuwige zegt:

Keer terug tot mij met heel je hart
en begin te vasten en te treuren.
Niet je kleren moet je scheuren,
maar je hart.

Het klinkt als een gedicht. Een gedicht waarin we 2 maal op ons hart gewezen worden. Je tot God keren met heel je hart én je hart scheuren.

Laten we ze beiden eens onderzoeken:

We worden gevraagd ons tot God te wenden met heel ons hart. Dat wil zeggen dat er ook sprake kan zijn van een toewending die niet van ganser harte is. We kunnen ons blijkbaar ook ten dele op God richten. Meer zoals het ons uitkomt; een op God gericht zijn als het ons pást. Als we er tijd voor hebben. Als het ons goed uitkomt om de mensen om ons heen als door God gegeven te beschouwen.

Maar wat als het niet goed uitkomt?

Dat gedeeltelijk toewenden naar God kan heel verleidelijk zijn. Maar het is precies waar de profeet voor wil waarschuwen. Het gaat om: ‘met heel je hart’. En ik denk dat de context van ‘het hart’ hier niet gezien wordt als een gevoel of een emotie, maar meer als de kern van onze persoon, ons innerlijk. Ons innerlijk totaal afstemmen op God, wat het leven ons ook brengen moge, hoe groot onze weerstand ook is, hoe kaal onze dagen ook moge zijn…

En dat met hart en ziel toekennen aan de Eeuwige is geen kleinigheid. Want het is moeilijk om alle verleidingen, alle uitvluchten en afweermechanismen, al ons rationaliseren te herkennen, te erkennen… Want wat laten we ons graag  in de luren leggen door ons eigen afweergeschut!

De 40dagentijd geeft ons de kans om tot bezinning te komen. Tijd om te leren zien in hoeverre we inderdaad leven als een gelovig mens. Om ons af te vragen: in hoeverre raakt ons geloof ons hele hart? In hoeverre raakt ons geloof ons léven? Dat is een lastige vraag! Voor mij evenzeer als voor u. In hoeverre raakt ons geloof ons léven? Want de dagen glijden voorbij als in een roes. We doen wat gedaan moet worden maar staan vaak vruchteloos met lege handen.

Vervolgens hoorden we in de eerste lezing dat de Eeuwige ons vraagt ons hart te scheuren. Hoe doe je dat; je hart scheuren? Is dat: je onderdompelen in verdrietige gedachten? Is dat: je menselijk ego afschudden? Of diegenen waarvan je houdt vaarwel zeggen? En dat dan nog wel op Valentijnsdag!

De vervolgtekst van Joel helpt ons verder. Daar klinkt een krachtige oproep: ‘Blaast de bazuin op de Sion! Heel het volk moet samenkomen en God om ontferming bidden’. De oude mensen, de kinderen, de bruid en bruidegom, allen worden opgeroepen te bidden tot God opdat Hij zich zien laat in hun leven. Ook aan ons klinkt die oproep!

Want ook wij dromen steeds opnieuw van geïnspireerd leven, van een aanzet tot nieuw begin. Het scheuren van ons hart symboliseert in deze tekst het gebed van overgave. Een gebed waarin we ons hebben en houden aan God mogen voorgeleggen. Wij leggen ons leven dan in de hand van de Eeuwige. Je hart scheuren is dan: je zodanig openen dat je opnieuw kunt beginnen. Achterlaten wat in je leven in de weg staat, verbranden wat verkeerd is, loslaten van oude patronen, ruimte scheppen voor het nieuwe. Je openen voor de heilige ruimte.

We hebben zojuist de oude palmtakken verbrand. Eigenlijk waren ze al een jaar dood. Ze waren immers afgesneden van hun wortels. In tegenstelling tot een gewortelde, levende boom die veelal in de herfst zijn blad verliest, en door de leegte van de winter heen durft te gaan, behoudt de afgesneden palmtak zijn bladeren. De tak houdt zijn bladeren vast, krampachtig haast. Het blad vergeelt, droogt uit, is doods.

Dat afgesneden zijn, dat krampachtig vastklampen aan dat wat ooit was willen we in de komende periode achter ons laten. We willen geen handen als dorre bladeren. We willen geworteld blijven in dat waar we in geloven. Een levende boom durft te vertrouwen, durft los te laten. Wordt kaal en doods in de winter… maar vertrouwt op de lente. Want uitbottende knoppen zullen zich aandienen en zullen uitgroeien tot loof dat zich naar buiten keert, lééft, en naar de hemel reikt.

Net als in de natuur moeten we daarvoor snoeien, slechte takken of vergroeiingen weghalen. Dan creëren we ruimte voor groeikracht. Als een toegewijde tuinman is het Christus die ons een weg wijst naar die ommekeer. Die gewijde palmtakken zijn verbrand. Wat ons rest is as, as die op haar beurt uitdaging wordt, kans tot nieuw leven!

In het evangelie van vandaag wordt ons gezegd het streven naar dat nieuwe leven niet al te groots aan te zetten. Integendeel, het gaat er in de 40dagentijd om uit te stijgen boven ons verlangen naar lof en erkenning van mensen. Gerechtigheid doen, aalmoezen geven, bidden, vasten; het zijn allemaal bezigheden die geen publiek of applaus nodig hebben. En als we ons daarop kunnen richten dan mogen we ervaren dat het hout van de kale boom zacht wordt… Dat massieve, harde hout wordt als vruchtbaar as, reinigend as.

Als we ons daarmee willen laten tekenen, dan is dat een eerste stap om ons te openen voor de  heilige ruimte die God is. Dan kan er een nieuwe levensweg beginnen; grondstof en groeikracht voor ieder van ons. En we zullen je zeggen:

Je bent stof en tot stof keer je terug,
maar je ademt en leeft door de geest van de Eeuwige.