Lessons

Lessons

First lesson / Eerste lezing:
1 Johannes 4,7-12

Geliefde broeders en zusters, laten wij elkaar liefhebben, want de liefde komt uit God voort. Ieder die liefheeft is uit God geboren en kent God. Wie niet liefheeft kent God niet, want God is liefde. En hierin is Gods liefde ons geopenbaard: God heeft zijn enige Zoon in de wereld gezonden, opdat we door Hem zouden leven. Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat Hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden.

Geliefde broeders en zusters, als God ons zo heeft liefgehad, moeten ook wij elkaar liefhebben. Niemand heeft God ooit gezien. Maar als we elkaar liefhebben, blijft God in ons en is zijn liefde in ons tot volmaaktheid gekomen.

Nieuwe Bijbelvertaling (2021)

 

Second lesson / Tweede lezing:
'De lach van de dichters'

Waar lachen onze dichters om?
Er gebeurt niets grappigs in onze stam.

Veel van onze mensen liggen vermoord in de ravijnen.
Onze vrouwen en kinderen hebben honger en lopen op blote voeten.

Onbekende ziektes grijpen om zich heen.
De nieuwe dorpen zijn nog niet gebouwd en binnenkort gaat het sneeuwen.

Ondanks alles krijgen onze dichters de glimlach niet van hun gezicht,
het lijkt alsof ellende hen een onbegrijpelijke en geheime vreugde brengt.

Als we hen vragen wat er zo grappig is, glimlachen ze voorzichtig
en dat doen ze ook als we hen vragen ons in deze donkere tijden wat op te vrolijken.

Ze houden de reden van hun glimlach geheim, voor hun eigen plezier.
We vertrouwen hen steeds minder, we geloven hun zuinige woorden steeds minder.

De glimlach van onze dichters in deze arme tijden is een waar mysterie.
Zijn ze gek geworden? Lachen ze om onze gemeenschappelijke ellende?

Hun gelach doet meer pijn dan alle wapens van onze vijanden bij elkaar,
maar ze hebben ongelijk als ze denken dat ze ons kunnen blijven misleiden.

We vermoorden onze dichters pas als we het geheim uit hun geperst hebben.
We laten alleen slap pratende dichters in leven, die serieus kijken en op ons lijken.

Alex Steger, Liter 112, p. 63 (2024)

 

Third lesson / Derde lezing:
Jesaja 11,1-3a.4.6-9

Maar uit de stronk van Isaï schiet een telg op,
een scheut van zijn wortels komt tot bloei.
De geest van de Eeuwige zal op hem rusten:
een geest van wijsheid en inzicht,
een geest van kracht en verstandig beleid,
een geest van kennis en ontzag voor de Eeuwige.
Over de zwakken velt hij een rechtvaardig oordeel,
de armen in het land geeft hij een eerlijk vonnis.
Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam,
een panter vlijt zich bij een bokje neer;
kalf en leeuw zullen samen weiden
en een kleine jongen zal ze hoeden.
Een koe en een berin grazen samen,
hun jongen liggen bijeen;
een leeuw eet stro, net als een rund.
Bij het hol van een adder speelt een zuigeling,
een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang.
Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil
op heel mijn heilige berg.

Nieuwe Bijbelvertaling (2021)

 

Fourth lesson / Vierde lezing:
'Tijd van wachten'

tijd van wachten,
tijd van
actief voorbereiden.
radicaal spel en heilig doen-alsof -
zo oefenen we de toekomst,
maken het onmogelijke mogelijk
met kinderlijke moed,
onbelemmerd door de logica van dit hopeloze nu.
een goddelijke uitnodiging klinkt:
wees niet bang.
verken de dromen van morgen.
experimenteer met en voor elkaar
ga samen voort: met verbeeldingskracht,
met conflicten, soms. met rust. met eerlijk delen.
we spelen totdat het oefenen mogelijk maakt;
tegendraads spel creëert een andere werkelijkheid.
een gemeenschap die de weg klaarmaakt.
dit is het moment om de komende wereld uit te proberen;
dichterbij te brengen
elke keer een kleine, eenvoudige oefening.
oefenen, oefenen, oefenen.
noch een nieuwe weg, noch een nieuwe wereld
zal plots tevoorschijn komen.
niet met een flits.
niet foutloos.
niet zonder geduld en vasthoudendheid
maar door heilige herhaling -
radicale rituelen van hoop en nieuwsgierigheid,
van leren en afleren,
onderhouden en repareren,
van het uitvinden van andere machtsgebruiken,
om nieuw leven te verwelkomen.
goddelijkheid wordt werkelijkheid.
bevrijding komt dichterbij.

M. Jade Kaiser (vert. H. Vogel, 2024)

 

Fifth lesson / Vijfde lezing:
Lucas 1,26-35.38

In de zesde maand zond God de engel Gabriël naar de stad Nazaret in Galilea, naar een meisje dat was uitgehuwelijkt aan een man die Jozef heette, een afstammeling van David. Ze heette Maria en ze was nog maagd. Gabriël ging haar huis binnen en zei: ‘Gegroet Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.’ Ze schrok hevig bij het horen van zijn woorden en vroeg zich af wat die begroeting te betekenen had. Maar de engel zei tegen haar: ‘Wees niet bang, Maria, God heeft je zijn gunst geschonken. Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet Hem Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal Hem de troon van zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal Hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’

Maria vroeg aan de engel: ‘Hoe zal dat gebeuren? Ik heb immers nog geen gemeenschap met een man.’ De engel antwoordde: ‘De heilige Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal je als een schaduw overdekken. Daarom zal het kind dat geboren wordt, heilig worden genoemd en Zoon van God.’ Maria zei: ‘De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’ Daarna liet de engel haar weer alleen.

Nieuwe Bijbelvertaling (2021)

 

Sixth lesson / Zesde lezing:
Lucas 2,1.3-7

In die tijd kondigde keizer Augustus een decreet af dat alle inwoners van het rijk zich moesten laten inschrijven. Iedereen ging op weg om zich te laten inschrijven, ieder naar de plaats waar hij vandaan kwam. Ook Jozef ging op weg om zich te laten inschrijven. Samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was, reisde hij van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde. Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het gastenverblijf.

Nieuwe Bijbelvertaling (2021)

 

Seventh lesson / Zevende lezing:
Lucas 2,8-16

Niet ver daarvandaan brachten herders de nacht door in het veld, ze hielden de wacht bij hun kudde. Opeens stond er een engel van de Heer bij hen en werden ze omgeven door de stralende luister van de Heer, zodat ze hevig schrokken. De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen dat grote vreugde betekent voor heel het volk: vandaag is in de stad van David jullie redder geboren. Hij is de messias, de Heer. Dit zal voor jullie het teken zijn: jullie zullen een pasgeboren kind vinden dat in doeken gewikkeld in een voederbak ligt.’ En plotseling voegde zich bij de engel een groot hemels leger dat God prees met de woorden:

‘Eer aan God in de hoogste hemel
en vrede op aarde voor de mensen die Hij liefheeft.’

Toen de engelen waren teruggegaan naar de hemel, zeiden de herders tegen elkaar: ‘Laten we naar Betlehem gaan om met eigen ogen te zien wat er gebeurd is en wat de Heer ons bekend heeft gemaakt.’ Ze gingen meteen op weg, en troffen Maria aan en Jozef en het kind dat in de voederbak lag.

Nieuwe Bijbelvertaling (2021)

 

Eighth lesson / Achtste lezing:
Matteüs 2,1-15a

Toen Jezus geboren was, in Betlehem in Judea, tijdens de regering van koning Herodes, kwamen er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan. Ze vroegen: ‘Waar is de koning van de Joden die onlangs geboren is? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om Hem te aanbidden.’ Koning Herodes schrok hevig toen hij dit hoorde, en heel Jeruzalem met hem. Hij riep alle hogepriesters en schriftgeleerden van het volk samen om aan hen te vragen waar de messias geboren zou worden. ‘In Betlehem in Judea,’ zeiden ze tegen hem, ‘want zo staat het geschreven bij de profeet: “En jij, Betlehem in het land van Juda, bent zeker niet de minste onder de leiders van Juda, want uit jou komt een leider voort die mijn volk Israël zal hoeden.”’ Daarop riep Herodes in het geheim de magiërs bij zich; hij wilde precies van hen weten wanneer de ster zichtbaar geworden was, en stuurde hen vervolgens naar Betlehem met de woorden: ‘Stel een nauwkeurig onderzoek in naar het kind. Stuur mij bericht zodra u het gevonden hebt, zodat ook ik erheen kan gaan om het te aanbidden.’ Nadat ze de koning hadden aangehoord gingen ze op weg, en nu ging de ster die ze hadden zien opgaan voor hen uit, totdat hij stil bleef staan boven de plaats waar het kind was. Toen ze de ster zagen, werden ze vervuld van diepe vreugde. Ze gingen het huis binnen en vonden het kind met Maria, zijn moeder. Ze wierpen zich in aanbidding voor het kind neer. Daarna openden ze hun kistjes met kostbaarheden en boden het geschenken aan: goud en wierook en mirre. En omdat ze in een droom de aanwijzing hadden gekregen dat ze niet naar Herodes terug moesten gaan, reisden ze via een andere route terug naar hun land.

Nadat zij op die manier de wijk genomen hadden, verscheen er aan Jozef in een droom een engel van de Heer, die zei: ‘Maak je gereed en vlucht met het kind en zijn moeder naar Egypte. Blijf daar tot ik je weer roep, want Herodes is naar het kind op zoek en wil het ombrengen.’ Jozef maakte zich gereed en week nog diezelfde nacht met het kind en zijn moeder uit naar Egypte, waar hij bleef tot de dood van Herodes.

Nieuwe Bijbelvertaling (2021)

 

Ninth lesson / Negende lezing:
'De ongenode gast' en Johannes 1,10-12

In deze wereld, deze versleten herberg, waar absoluut geen plek voor Hem is, komt Christus onuitgenodigd. Maar omdat Hij er niet thuis kan zijn, omdat Hij er niet op zijn plaats is en er toch in moet zijn, is zijn plaats bij die anderen voor wie er ook geen plaats is. Zijn plaats is bij hen die er niet bij horen, die door de macht worden afgewezen omdat ze als zwak worden beschouwd, zij die in diskrediet worden gebracht, die de status van persoon wordt ontzegd, gemarteld, uitgeroeid. Bij hen voor wie geen plaats is Christus aanwezig in de wereld. Hij is op mysterieuze wijze aanwezig in hen voor wie er niets anders lijkt te zijn dan de wereld op haar slechtst.

Thomas Merton, Raids on the Unspeakable (1966)

 

Het Woord was in de wereld, de wereld is door Hem ontstaan en toch kende de wereld Hem niet. Hij kwam naar wat van Hem was, maar wie van Hem waren hebben Hem niet ontvangen. Wie Hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft Hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden.

Nieuwe Bijbelvertaling (2021)

 

 

 

Voor vragen of opmerkingen kunt u mailen naar info@dominicanenzwolle.nl of henkvogel@dominicanenzwolle.nl