Lessons
Hier vind je de lezingen. Om papier te besparen zijn die niet afgedrukt in de orden van dienst. Juist deze teksten zijn niet afgedrukt, omdat ze in het Nederlands gelezen worden en daarom voor de meeste mensen ook zonder boekje te volgen zijn.
Bekijk de gehele orde van dienst hier als PDF.
First lesson / Eerste lezing: 'Plus ultra' (bij Genesis 3)
Zijn wij het evenbeeld
of slechts afspiegeling
en moeten wij het gelaat bedekken
om tot een zuivere staat te naderen
en uw opdracht ter harte te nemen?
Mene tekel, dat zijn wij, dat hebt gij gezegd.
Wij schamen ons dieprood
om wat wij ervan hebben gemaakt.
Wij willen ons een nieuw lijf aanmeten
na het zien van uw blauw en uw goud.
We willen verbeteren - verbeten -
wat we verbeteren kunnen.
We zullen schrappen en schaven,
timmeren aan de lange, kronkelende weg
en bijten in stof en zand.
Maar we zijn vastbesloten, aanmatigend.
We geloven
dat er ongeziene mogelijkheden
in het verschiet liggen.
We beloven
nederig te blijven
en u te eren, gij die ere toekomt,
gij die de toekomst in onze handen legt.
We zullen onze huizen en tempels van glas
verbrijzelen en terug namen invoeren
in plaats van nummers.
We willen de eigenheid bewaren
van de ziel, ook als die – via de fontanel –
het lichaam verlaat.
We mijden de middelmaat
en de grootste gemene deler,
de gemeenschappelijke noemer.
Dit is niet wat gij hebt gewild.
Gij wilt ons zien schitteren in eigen vel
met ons uniek verstand en onze unieke handen.
Met een herhalende mantra
zullen we robotten tot de ondergang bevelen.
Voor onze voeten
zal de rivier zich splitsen
en met vier armen dooraderen het land
waarin bevallige nimfen
onze gidsen zullen zijn
en waar wij wonderlijke voorstellingen zullen zien
in het theater dat als een roos is gevormd.
Er zal orde zijn, eindelijk
en harmonie
en we zullen zonder schroom
de wereldboom kunnen aanraken.
Nieuwe sterren zullen worden geboren
en nieuwe steden zullen nederdalen
nadat de oude zijn verzwolgen
want verbolgen waart gij
over de uitputting van de planeet.
Uw ogen zijn als fakkels van vuur
en uw stem klinkt als een mensenmenigte.
Gij spreekt geen vloek uit, deze keer
maar betuigt uw lof
over wat wij hebben verwezenlijkt.
Over de tabula rasa
die wij hebben bewerkstelligd.
Over de laatste revolutie
die nog een echte revolutie was.
We voelen uw lichtheid en uw tederheid
als riksjarijders opgaand in de omgeving.
Uw vergeving werd onze redding,
we brandden sodoms en gomorra’s af
en trokken ons terug in de woestijn
waar we uitzetten in onze cellen
een nieuwe lijn.
Punt, andere lijn.
We maken een tekening.
We geven betekenis, na de verrijzenis.
Voert de schildpad ons
naar een nieuw paradijs
of stevenen wij andermaal af
op de verdoemenis?
Frederik Lucien De Laere
Second lesson / Tweede lezing: 'Lied zonder muziek'
Mijn God, niet meer te herkennen
zo dolgedraaid is uw wereld,
waar ook is de stilte op de vlucht.
Als een bedreigde toeverlaat
die ons behoedt voor denkbeelden
om de moed op te geven
schuilt een moegetergde ziel
in al wat leeft, in al wat sterft.
Als U een engel zou vragen
hogere sferen te verlaten
en voor even af te dalen
naar dit chagrijnige gebied
dan zou ik weer kunnen zingen
als een opgetogen vogel
met moeder natuur als zuurstof
voor vers bloed in oude dromen,
maar nog is er geen licht te zien
dat uw nabijheid openbaart –
Mijn God, ik kom adem te kort
om het gemis te bekennen
sinds U alsnog bent verdwenen
in de loop van mijn lang leven
zonder houvast, zonder uitzicht
met muziek als beschermengel
die al het sublieme verklankt.
Soms vliegt mijn stem opnieuw
op gevuld met herinneringen
Hoe ik ooit in U geloofde
als in een gegeven wonder
komt Jezus-Christus van zijn kruis
om een oude vrouw te troosten
tijdens ultieme momenten
van verzoening met een leven
op de bosrand van de twijfel
of U goed en wel nog bestaat
hier, op deze kale wereld
waar bossen opgeofferd worden,
waar geld het voor het zeggen heeft
als een orkaan met nieuwe naam
met alweer in het middelpunt
het Niets dat zich verder uitstrekt
als een niet meer te bedwingen kwaal
waarvoor gebeden ontbreken
die men vroeger tot U richtte
soms met een al gebroken hart
maar met een springlevende ziel -
Mijn God, ik moet nu toegeven
hoe gehavend de mijne is
vol zwarte vlekken van schimmen
die steeds voor mijn ogen dansen
zodat ik U als een blinde
nog maar op de tast kan vinden,
de ene keer als een troostprijs
of slechts als een vallende ster.
Uw zoon viel neer op Golgotha,
riep U voor de laatste keer aan.
Het is zijn stem die ik aanhoor
als de leegte me overvalt
en ik naar woorden blijf zoeken
om mijn angst te verdoven,
stilaan te kunnen beheersen
al wat mijn ziel op de proef stelt
of ik nog wel in staat zal zijn
mij uw liefde in te prenten
als een reddingsmiddel
op een nachtzwarte aarde
bol van leugens, verzet en hoop
dat U als een droombeeld, ver weg,
als de dood mij te machtig wordt
voor mij verschijnt als de bliksem
die me in lichterlaaie zet.
Lucienne Stassaert
Third lesson / Derde lezing: Micha 5,1-4a
Uit jou, Betlehem in Efrata, te klein om tot Juda’s geslachten te behoren, uit jou komt iemand voort die voor mij over Israël zal heersen. Zijn oorsprong ligt in lang vervlogen tijden, in de dagen van weleer. Totdat de vrouw die zwanger is haar kind heeft gebaard, worden zijn broeders aan hun lot overgelaten. Daarna zullen wie er nog over zijn terugkeren naar de andere Israëlieten. Hij zal aantreden en hen als een herder weiden, bekleed met de macht van de Barmhartige, zijn God, met de majesteit van diens verheven naam. Zij zullen veilig wonen, want hij zal heersen tot aan de einden der aarde, en hij brengt vrede.
Fourth lesson / Vierde lezing: Psalm 118,24-29
Dit is de dag die de Ene gemaakt heeft,
laat ons juichen, verheugd zijn om hem!
Ach Ene, breng toch redding,
ach Ene, laat het toch gelukken!
Gezegend die komt in de naam van de Ene,
wij zegenen u vanuit het huis van de Ene!
God is de Ene, hij doet ons het licht zien,
bindt nu met snoeren de feestrei
tot aan de horens van het altaar!
Mijn God zijt gij, u wil ik danken,
mijn God, u zal ik verheffen.
Brengt dank aan de Ene, want hij is góed,
ja, voor eeuwig is zijn vríendschap!
vert. P. Oussoren (Naardense Bijbelvertaling)
Fifth lesson / Vijfde lezing: Lucas 1,26-38
In de zesde maand werd de engel Gabriël door God gezonden naar een stad in Galilea, met de naam Nazaret, naar een maagd die verloofd was met een man genaamd Jozef, die uit het huis van David stamde; haar naam was Maria. De engel trad bij haar binnen en zei: ‘Verheug u, begenadigde, de Heer is met u.’ Zij raakte geheel in verwarring door wat hij zei en vroeg zich af wat deze begroeting te betekenen had. Maar de engel zei: ‘Schrik niet, Maria, u hebt genade gevonden bij God. U zult zwanger worden en een zoon baren, die u de naam Jezus moet geven. Hij zal een groot man zijn, en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd. God, de Heer, zal Hem de troon van zijn vader David geven. Hij zal eeuwig koning zijn over het huis van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen.’ ‘Maar hoe moet dat dan?’ zei Maria tegen de engel. ‘Ik heb geen omgang met een man.’ De engel antwoordde haar: ‘Heilige Geest zal op u komen en kracht van de Allerhoogste zal u overdekken. Daarom zal het kind heilig genoemd worden, Zoon van God. Bovendien, ook Elisabet, uw verwante, is op haar oude dag zwanger van een zoon; zij werd onvruchtbaar genoemd, maar zij is al in haar zesde maand. Want voor God is niets onmogelijk.’ Toen zei Maria: ‘Ik ben de dienares van de Heer; laat met mij gebeuren wat u gezegd hebt.’ Toen ging de engel van haar weg.
Sixth lesson / Zesde lezing: uit de visioenen van Hildegard
Vervolgens zag ik een zeer sereen licht en in dat zelf, van de kleur van saffier, de verschijning van een mens, die met een algeheel zeer aangenaam roodgloeiend vuur vlamde. En dat serene licht doorstroomde heel dat roodgloeiende vuur, en dat roodgloeiende vuur heel dat serene licht, en datzelfde serene licht en datzelfde roodgloeiende vuur de gehele verschijning van diezelfde mens, zich zo één lichtschijnsel in één kracht van mogelijkheid betonend.
Hildegard van Bingen, vert. M. Kock-Rademakers
Seventh lesson / Zevende lezing: Lucas 1,39-55
Kort daarop reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een stad in Juda, waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet begroette. Toen Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze werd vervuld van de heilige Geest en riep luid: 'De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot! Wie ben ik dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt? Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van vreugde op in mijn schoot. Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden van de Heer in vervulling zullen gaan.'
Maria zei:
Ik zing van ganser harte voor de Heer,
Ben opgetogen om mijn God en Redder,
Want Hij had oog voor mij, zijn dienares,
Maar wie ben ik dat Hij mij heeft gevraagd.
Nu mag ik mij voortaan gelukkig prijzen
Dat Hij zo grote dingen aan mij deed,
En alle eeuwen stemmen met mij in:
De Heer is machtig en zijn Naam is heilig.
Iedere tijd opnieuw gaat zijn genade
Naar allen die eerbiedig met Hem leven;
Genade is zijn kracht, maar alle hoogmoed,
Al onze eigenwaan ontmaskert Hij.
Alle machthebbers stoot Hij van hun tronen,
Arme en kleine mensen maakt Hij groot,
Wie honger hebben geeft Hij overvloed,
En rijken stuurt Hij heen met lege handen.
Altijd is Hij zijn volk nog trouw gebleven.
Altijd bezorgd om Israel, zijn dienstknecht.
Zo had Hij het beloofd aan onze Vaderen,
Aan Abraham en aan zijn volk voorgoed.
Nieuwe Bijbelvertaling / Huub Oosterhuis
Om deze Lessons and Carols mogelijk te maken, is het
Dominicanenklooster afhankelijk van giften. U kunt bijdragen door uw geld te geven in de collecte bij de uitgang of via onderstaande QR-code. Richtbedrag: € 5,- à € 10,-.
Hartelijk dank!
NL14 INGB 0000 8286 33 t.n.v. St. Dominicanenklooster Zwolle inz. Programma, onder vermelding van ‘Evensong’.
Voor vragen of opmerkingen kunt u mailen naar info@dominicanenzwolle.nl of henkvogel@dominicanenzwolle.nl